Selecteer de tekst die je wilt vertalen en kies 'Vertalen'. Kies vervolgens de gewenste taal. Je kunt de vertaalde tekst beluisteren of lezen.

Medicijnen bij nierschade

Laatste update, 25 juni 2025

Bij chronische nierschade en nierfalen heb je verschillende medicijnen nodig. Welke je krijgt, hangt af van hoe goed je nieren nog werken. En van je klachten.

In het kort

  • Bij nierschade krijg je verschillende medicijnen.
  • Je arts of apotheker legt uit hoe je de medicijnen moet innemen.
  • Ook bij dialyse en na een niertransplantatie gebruik je medicijnen.
  • Bespreek een kinderwens op tijd met je nefroloog, je medicijnen moeten dan misschien worden aangepast.
  • Sommige medicijnen zijn juist schadelijk voor nieren, zoals NSAID's of antibiotica

Bij nierschade kan je arts medicijnen voorschrijven om:

  • verslechtering van de nieren te vertragen
  • eiwitverlies tegen te gaan
  • het risico op hart- en vaatziekten zo klein mogelijk te houden 
  • klachten en symptomen te verminderen

antibiotica

Antibiotica worden gebruikt om infecties met bacterien te bestrijden. Sommige antibiotica mogen mensen met nierschade niet hebben, of alleen in een aangepaste dosis.

cholesterolverlagers (statines)

Een hoog cholesterol in het bloed zorgt voor slagaderverkalking. Dat is slecht voor het hart, de vaten en de nieren. Statines zijn medicijnen die het cholesterol verlagen.

kaliumverlagers of kaliumbinders

Bij nierschade kan de hoeveelheid kalium in het lichaam oplopen. Kaliumverlagers, ook wel kaliumbinders genoemd, zijn medicijnen die de hoeveelheid kalium in het lichaam omlaag brengen.

maagzuurremmers

Als je veel medicijnen moet slikken, kun je maagklachten krijgen. Maagzuurremmers beschermen je maag en helpen tegen maagklachten.

medicijnen tegen bloedarmoede

Nierschade leidt vaak tot bloedarmoede. Medicijnen tegen bloedarmoede, zoals ijzer en EPO, kunnen bloedarmoede verhelpen.

medicijnen tegen eiwitverlies

Door schade aan de nierfilters kunnen er eiwitten vanuit het bloed door de nierfilters naar de urine lekken. De lekkage van eiwit verergert de nierschade. Het eiwitverlies neemt af als de bloeddruk omlaag gaat. Dit beschermt de nieren. Daarom krijg je bij eiwitverlies medicijnen tegen hoge bloeddruk, ook als de bloeddruk niet heel hoog is.

Mensen met eiwitverlies krijgen altijd een bepaald soort medicijnen tegen hoge bloeddruk. Die heten RAAS-remmers. Deze medicijnen verlagen ook de druk in de nierfilters.

Bij sommige nierziekten lekt er zoveel eiwit door de filters, dat de nieren van slag raken. De nieren houden dan te veel zout en water vast. Dit leidt tot hoge bloeddruk, vochtophoping (oedeem) en een hoger cholesterol. Naast RAAS-remmers krijg je dan ook plastabletten om het opgehoopte vocht af te voeren.

medicijnen tegen hoge bloeddruk

Nierschade gaat vaak samen met hoge bloeddruk. Dit bechadigt de nieren verder. En verhoogt het risico op hart- en vaatziekten. medicijnen tegen hoge bloeddruk gaan dit tegen. Er zijn veel verschillende soorten medicijnen tegen hoge bloeddruk, waaronder plastabletten, RAAS-remmers, bètablokkers en calciumantagonisten.

medicijnen voor stevige botten

Door nierschade kunnen de botten zwak worden. Soms zijn medicijnen voor stevige botten nodig om dit te voorkomen: fosfaatbinders, vitamine D en cinacalcet.

medicijnen tegen verzuring van het bloed

Bij nierschade wordt het bloed zuurder. Dit heet metabole acidose. Dit kan zorgen voor klachten en voor verslechtering van je nieren. Medicijnen tegen verzuring (natriumbicarbonaat) gaan dit tegen. 

vaccinaties

Als nierpatiënt heb je meer kans op ziekte of een infectie. Je afweer is namelijk lager. Soms kan een vaccinatie je beschermen. Maar niet alle vaccins zijn geschikt voor alle nierpatiënten.

Medicijnen bij dialyse en na niertransplantatie

Als je gaat starten met dialyse, dan komen er extra medicijnen bij. Het verschilt per persoon welke dat zijn. Gemiddeld nemen mensen die dialyseren 10 tot 12 soorten medicijnen per dag.

Ook na een niertransplantatie moet je medicijnen blijven gebruiken. In elk geval medicijnen die afstoting van de donornier voorkomen. Soms zijn ook andere medicijnen nodig, zoals statines (cholesterolverlagers) en maagzuurremmers.

Medicijnen goed en veilig gebruiken

Je arts of apotheker legt uit hoe je je medicijnen moet innemen. Volg die instructies zoveel mogelijk op. Dan werken je medicijnen het beste. Vertel het aan je arts als dit niet lukt. Vertel het ook als je last krijgt van bijwerkingen, of als de medicijnen niet goed helpen. Samen kun je dan bekijken of er iets veranderd kan worden aan de medicatie.

Vragen of twijfels over medicijnen? Vraag advies aan je apotheker, arts of verpleegkundige.

Sommige medicijnen zijn schadelijk

Ga extra voorzichtig om met medicijnen als je nierschade hebt. Sommige middelen kunnen nierschade veroorzaken of verergeren: ontstekingsremmende pijnstillers (NSAIDs), medicijnen die veel natrium bevatten en contrastvloeistof.

Zwangerschap en je medicijnen voor nierproblemen

Wil je graag kinderen? Bespreek dit met je nefroloog. Dit advies geldt voor vrouwen én mannen. Mogelijk moeten je medicijnen worden aangepast. Vertel daarom over je kinderwens, lang voordat je zwanger probeert te worden.

Wissel ervaringen uit

Ben je benieuwd welke medicijnen andere mensen gebruiken? Heb je tips over het omgaan met medicijnen of de bijwerkingen? Stel je vragen en deel jouw ervaringen in onze community.

Onze deskundigen dragen bij aan betrouwbare informatie.

Harm Geers, apotheker

Marieke Kerskes, ziekenhuisapotheker/klinisch farmacoloog

Darius Soonawala, internist-nefroloog

Richtlijn Ontwikkelaars,

Waarom werken we samen met deskundigen?