Selecteer de tekst die je wilt vertalen en kies 'Vertalen'. Kies vervolgens de gewenste taal. Je kunt de vertaalde tekst beluisteren of lezen.

Vaccinaties voor nierpatiënten

Laatste update, 25 juni 2025

Als nierpatiënt heb je meer kans op een ziekte of infectie. Vaccinaties kunnen je beschermen. Maar let op: sommige vaccins zijn ongeschikt als je lage weerstand hebt.

In het kort

  • Als nierpatiënt heb je meer kans op een ziekte of infectie.
  • Een vaccinatie beschermt je daartegen.
  • Neem daarom de griepprik, de pneumokok-prik en coronavaccinatie.
  • Komt er dialyse of een niertransplantatie aan? Dan krijg je ook een hepatitits-B-vaccinatie.
  • Sommige vaccins werken minder goed als je afweeronderdrukkende medicijnen gebruikt.
  • Niet alle vaccinaties zijn geschikt: levende vaccins kunnen gevaarlijk zijn. Houd daar rekening mee, als je bijvoorbeeld met vakantievaccinaties te maken krijgt.

Als nierpatiënt kun je voordeel hebben van een vaccinatie. Als je bent ingeënt, word je namelijk minder snel ziek of veel minder ernstig ziek. Er zijn verschillende vaccinaties belangrijk voor nierpatiënten. Maar niet iedereen krijgt ze allemaal:

  • griepprik
  • pneumokokken
  • hepatitis B
  • gordelroos en waterpokken
  • corona

hoe werkt een vaccinatie?

Een vaccinatie (ook wel intenting) is een prik om ziekte te voorkomen. Het middel dat je krijgt ingespoten (het vaccin) helpt je lichaam om zich te verdedigen tegen een ziekte of infectie. 

Er bestaan verschillende soorten vaccinaties. Bij veel vaccinaties krijg je een vloeistof ingespoten met daarin kleine stukjes van een ziekteverwekker. Bijvoorbeeld van een virus of bacterie. Die stukjes zijn onschadelijk. Maar je lichaam komt wel in actie en maakt antistoffen aan. Alsof het een levende ziektewekker is. Zo bouwt het lichaam afweer op.

Kom je daarna in contact met het levende virus of de levende bacterie? Dan heb je genoeg antistoffen en word je niet of minder ziek.

Levende vaccinaties

Sommige inentingen werken met een levend vaccin. De bacterie of het virus in dat vaccin is dan nog in leven, maar zwakker gemaakt in het laboratorium. Bij gezonde mensen ontstaat een afweerreactie. Maar mensen met een zwakke afweer kunnen ernstig ziek worden van zo’n levend vaccin. Voor sommige nierpatiënten is een levend vaccin daarom gevaarlijk.

geen levend vaccin na transplantatie of bij dialyse

Gebruik je medicijnen die het afweersysteem onderdrukken? Dan is je afweer erg zwak. Levende vaccins zijn dan gevaarlijk.

Dit is meestal het geval als je een donornier hebt. Of als je om een andere reden afweerremmende medicijnen gebruikt. Het maakt ook uit hoeveel van deze medicijnen je gebruikt.

Levende vaccins zijn meestal ook ongeschikt voor mensen die dialyseren of zich voorbereiden op dialyse of transplantatie, en die een slechte lichamelijke conditie hebben.

welke vaccinaties bevatten levend vaccin?

Deze vaccinaties werken met een levend vaccin en zijn daarom ongeschikt voor getransplanteerden en sommige nierpatiënten:

  • bof, mazelen en rodehond (BMR)
  • tuberculose (het BCG-vaccin)
  • gele koorts
  • waterpokken en gordelroos (beide ziekten ontstaan door het varicellazostervirus). Tegen gordelroos bestaan 2 vaccins. Een daarvan is Zostavax. Dit bevat een levend vaccin en is daarom niet voor alle nierpatiënten geschikt. 

Griepprik voor nierpatiënten

De griepprik is een vaccinatie die beschermt tegen de griep (ook wel: influenza). De griepprik is voor alle mensen die ernstig ziek kunnen worden van griep. Zoals mensen met nierproblemen of een donornier. Geldt dit voor jou? Dan krijg je elk jaar een oproep voor de griepprik, in oktober of november.

De griepprik werkt met een dood vaccin en is daarom veilig voor alle nierpatiënten.

Je krijgt de griepprik van de huisarts: je krijgt dan een prik in je bovenarm. Het influenzavaccin is het meest voorgeschreven middel bij griep. Merknamen zijn Influvac en Vaxigrip.

hoe werkt de griepprik?

Bij de griepprik krijg je een vloeistof ingespoten met daarin kleine stukjes van verschillende soorten dode griepvirussen. Deze stukjes zijn onschadelijk. Maar je lichaam reageert toch: het maakt antistoffen aan. Zo krijg je antistoffen tegen deze soorten virussen. Na 2 weken heb je genoeg antistoffen. Kom je daarna in contact met een echt griepvirus? Dan maken de antistoffen het virus ongevaarlijk en word je niet of minder ziek.

Je krijgt de griepprik elk jaar opnieuw. De oude is dan uitgewerkt. Bovendien verandert het griepvirus ieder jaar. Er ontstaan nieuwe soorten. Deskundigen van het RIVM voorspellen welke griepvirussen de komende winter het meest zullen voorkomen. En in de nieuwe griepprik zitten stoffen die passen bij die virussen.

bijwerkingen van de griepprik

Een griepprik kan wat klachten geven, ofwel: bijwerkingen. Na de griepprik kan je arm pijn doen. Ook kan je arm rood en gezwollen zijn. En je kunt je wat grieperig voelen. Deze klachten verdwijnen na 1 of 2 dagen.

De griepprik geeft zelden ernstige bijwerkingen. Maak je je zorgen over een bijwerking na de vaccinatie? Neem dan contact op met je huisarts of apotheek.

waarom krijg ik griep ondanks de griepprik?

De griepprik biedt geen 100% bescherming. Het griepvaccin beschermt tegen bepaalde soorten griepvirussen. Het is mogelijk dat er een ander of nieuw griepvirus opduikt. Daar ben je dan niet tegen beschermt. Je krijgt dan misschien toch griep. Maar: door je vaccinatie word je wel minder ziek en de griepklachten zijn vaak minder erg.

Het kan ook zijn dat je kort na je griepprik besmet bent geraakt. Het duurt 2 weken voordat je lichaam voldoende antistoffen heeft om je te beschermen. Raak je binnen die 2 weken met het griepvirus besmet, dan kun je dus toch griep krijgen.

griepprik na niertransplantatie

Ook na een niertransplantatie krijg je ieder jaar een oproep voor de griepprik. Dat is vanwege de medicijnen tegen afstoting die je moet gebruiken. Die onderdrukken je afweersysteem. Daardoor heb je meer kans om griep te krijgen.

Sommige nefrologen gaan ervan uit dat de eerste 3 maanden na een transplantatie een griepprik weinig zin heeft. Omdat je in die eerste maanden veel afweerremmende medicijnen gebruikt: je lichaam maakt dan geen of minder antistoffen. Drie maanden na de niertransplantatie gebruik je minder medicijnen die de afweer onderdrukken. Dan is een griepprik wel zinvol.

Vaccinatie tegen pneumokokken

De pneumokok is een bacterie die longontsteking kan veroorzaken. Als je een donornier hebt, kom je in aanmerking voor vaccinatie tegen pneumokokken.

Ook als je in het verleden al een vaccinatie tegen pneumokokken hebt gehad, is het zinvol om een nieuwe vaccinatie te halen. Vaccinatie tegen pneumokokken is bij mensen vanaf 80 jaar niet zo effectief. Daarom krijgen zij geen uitnodiging voor deze prik.

De vaccinatie tegen pneumokokken werkt met een dood vaccin en is veilig voor alle nierpatiënten.

Medisch specialisten adviseren om mensen met een donornier ook te vaccineren met het middel Prevenar. Dit is geen standaard manier van werken en is nog niet geregeld via de verzekering. Vraag ernaar bij de nefroloog.

hoe werkt vaccinatie tegen pneumokokken?

Je krijgt een vloeistof ingespoten met kleine stukjes van de dode pneumokok-bacterie. Het lichaam maakt antistoffen aan. Kom je daarna in contact met de pneumokok-bacterie? Dan schakelen de antistoffen dit uit. Het vaccin beschermt niet 100%, maar wel voor een groot deel.

Omdat er verschillende typen pneumokokken bestaan, zijn er twee vaccins nodig om je goed te beschermen. Van Pneumovax krijg je twee prikken, met een tussenpoos van een paar weken. Deze vaccinatie moet elke 5 jaar worden herhaald. Het middel Prevenar krijg je eenmalig.

Merknamen zijn Pneumovax 23 en Prevenar 13.

bijwerkingen pneumokokken-vaccin

Na de prik voor het pneumokokken-vaccin kan je bovenarm wat pijnlijk, rood of iets verdikt zijn. Ook kun je last krijgen van lichte koorts en spierpijn. Meestal verdwijnt dit na een aantal dagen.

Vaccinatie tegen hepatitis B

Ga je dialyseren of krijg je een donornier? Dan krijg je altijd een vaccinatie tegen hepatitis B (een ontsteking van de lever). Je krijgt de vaccinatie vóórdat de behandeling begint, tijdens de voorbereiding op de dialyse of transplantatie. De vaccinatie moet minstens 8 maanden voor de start van de behandeling krijgen; het best is 12 maanden van tevoren. Meestal is het dan wel duidelijk of je gaat dialyseren of een donornier krijgt.

De vaccinatie tegen hepatitis B werkt met een dood vaccin en is veilig voor alle nierpatiënten.

hoe werkt vaccinatie tegen hepatitis B?

Bij vaccinatie tegen hepatitis B krijg je een vloeistof ingespoten met kleine stukjes dood hepatitis B-virus. Je lichaam maakt dan antistoffen aan. Meestal zijn 3 injecties nodig. Die krijg je binnen een half jaar. Je krijgt de prikken via de huisarts of de dialyse-afdeling van het ziekenhuis.

Na 1 tot 3 maanden heb je antistoffen. Kom je daarna in contact met het hepatitis B-virus? Dan schakelen de antistoffen het virus uit. Je bent beschermd voor de rest van je leven.

Het hepatitis B-vaccin heeft merknamen als Engerix-B, Fendrix, HBVAXPRO.

bijwerkingen vaccinatie hepatitis B

Na de prik tegen hepatitis B kan de arm pijnlijk, rood en gezwollen zijn. Deze klachten verdwijnen binnen 2 dagen. Je kunt je ook grieperig voelen en last krijgen van vermoeidheid en hoofdpijn. Ook deze klachten verdwijnen vaak snel.

In de bijsluiter staan alle mogelijke bijwerkingen. Heb je een bijwerking na de vaccinatie en maak je je zorgen? Neem dan contact op met je huisarts of apotheker.

Vaccinatie tegen gordelroos en waterpokken

Vóór je dialyseert of een donornier krijgt, kun je een vaccinatie halen tegen gordelroos (ongeacht je leeftijd). In de meeste gevallen wordt deze prik vergoed. Vraag je behandelend arts hiernaar.

Overleg met je nefroloog of het gordelroosvaccin voor jou geschikt is. Je krijgt de prik via de huisarts of de nefroloog.

Ben je ouder dan 50 en krijg je een nieuwe nier?
Sommige ziekenhuizen adviseren om vóór de transplantatie een prik te halen tegen gordelroos. Mensen die nog nooit de waterpokken hebben gehad, worden sowieso tegen waterpokken gevaccineerd voor de transplantatie. Waterpokken na transplantatie is veel gevaarlijker dan gordelroos.

welk vaccin kan ik krijgen tegen gordelroos?

Er zijn 2 vaccins tegen gordelroos. Een daarvan is Zostavax. Dit bevat een levend vaccin en is daarom ongeschikt als je al een donornier hebt, en als je medicijnen gebruikt die je afweer remmen.

Het tweede vaccin is Shingrix. Dit is wel geschikt voor iedereen, ook als je minder weerstand hebt.

aantal prikken en kosten gordelroosvaccinatie

De vaccinatie met Shingrix bestaat uit 2 prikken. De tweede prik krijg je 2 tot 6 maanden na de eerste. Deze prikken kosten ongeveer 350 euro, maar worden meestal vergoed. Omdat dit medicijn nog niet zo lang wordt gebruikt, is niet bekend hoe lang het werkt. Waarschijnlijk ben je jarenlang beschermd.

De vaccinatie met Zostavax bestaat uit 1 prik. Deze beschermt je ongeveer 5 jaar. Deze prik kost ongeveer 150 euro.

bijwerkingen van gordelroosvaccinatie

Na de gordelroosvaccinatie kan je bovenarm wat pijnlijk, rood of iets verdikt zijn. Ook kun je last krijgen van hoofdpijn of slaperigheid. Meestal verdwijnt dit na een paar dagen.

Heb je een bijwerking na de vaccinatie en maak je je zorgen? Neem dan contact op met de huisarts of apotheker.

welk vaccin krijg ik tegen waterpokken?

Tegen waterpokken krijg je Provarivax als vaccin voorgeschreven. Dit is een levend vaccin en moet daarom vóór transplantatie gegeven worden (minimaal 4 weken voor de transplantatie).

Deze vaccinatie bestaat uit twee prikken, de tweede prik krijg je een maand na de eerste. De kosten zijn 96,90 euro in totaal. Provarivax wordt niet vergoed.

Vaccinatie tegen coronavirus

Nierpatiënten kunnen ernstig ziek worden van het coronavirus. Dit geldt zeker voor mensen die een heel slechte nierfunctie hebben, dialyseren of getransplanteerd zijn, of vanwege een nierziekte afweeronderdrukkende medicijnen gebruiken. Laat je vaccineren als dat nog niet gebeurd is. Je kunt de basisvaccinaties altijd halen bij de GGD. De basis bestaat uit 2 vaccinaties of 3 voor niertransplantatiepatiënten. Twijfel je nog? Overleg dan met je arts.

bijwerkingen coronavaccinatie

Veel voorkomende bijwerkingen van het coronavaccin zijn: 

  • pijn en een zwelling op de plek waar je geprikt bent 
  • vermoeidheid 
  • hoofdpijn 
  • spierpijn 
  • koude rillingen 
  • gewrichtspijn 
  • koorts 

De klachten ontstaan meestal na een paar dagen en zijn licht tot matig. Bij nierpatiënten zijn de bijwerkingen hetzelfde en soms zelfs iets minder.

bescherming na vaccinatie tegen corona

Het is lastig om voor een individu aan te geven hoe goed die beschermd is. Dit is niet goed te meten. Maar het Nederlandse RECOVAC-onderzoek laat zien dat vrijwel alle nierpatiënten voldoende antistoffen opbouwen na de vaccinaties. De herhaalprik helpt om de bescherming hoog te houden.  

 

Vaccinaties voor je vakantie

Ga je op reis en heb je inentingen nodig voor het land waar je naar toe gaat? Ga dan goed na welke vaccins geschikt voor je zijn.

Voor een aantal niet-Europese landen wordt vaccinatie aanbevolen, zoals tegen Hepatitis A of een herhaalprik DTP. Dit zijn niet-levende vaccins.

Overleg met je nefroloog, de GGD of de apotheker wat je nodig hebt. Doe dit ook altijd als er een situatie is waarbij je toch een levend vaccin nodig hebt.

Moment van vaccinatie

  • Voor alle vaccins geldt dat ze het beste vóór eventuele transplantatie worden toegediend. De vaccins werken namelijk beter als je nog geen afweerremmende medicijnen gebruikt.
  • Levend verzwakte vaccins (zoals provarivax, gele koorts, BMR, BCG) mogen tot maximaal 4 weken voor transplantatie worden toegediend. Na transplantatie worden deze vaccins afgeraden.
  • Een vaccinatiebooster is verstandig voor hepatitis B en pneumokokken (elke 5 jaar).
  • Niet-levende vaccins kunnen worden toegediend tot 2 weken voor transplantatie, en bij voorkeur vanaf 3 maanden na transplantatie.
  • Na gebruik van Rituximab kan vaccinatie het best tot 6 maanden worden uitgesteld, omdat dit middel je afweer voor langere tijd onderdrukt.

Onze deskundigen dragen bij aan betrouwbare informatie.

Harm Geers, apotheker

Arjan van Zuilen, internist-nefroloog

Richtlijn Ontwikkelaars,

Ron Gansevoort, internist-nefroloog

Luuk Hilbrands, internist-nefroloog

Marlies Reinders, internist-nefroloog, hoogleraar Interne geneeskunde

Jan-Stephan Sanders, internist-nefroloog

Waarom werken we samen met deskundigen?