In het kort
- Medicijnen tegen afstoting kunnen zorgen voor huidproblemen.
- Huidproblemen kunnen puistjes zijn, maar ook huidinfecties of zelfs huidkanker.
Selecteer de tekst die je wilt vertalen en kies 'Vertalen'. Kies vervolgens de gewenste taal. Je kunt de vertaalde tekst beluisteren of lezen.
Door de medicijnen tegen afstoting ontstaan soms problemen met de huid.
Veel mensen krijgen na de niertransplantatie prednison of een soortgelijk middel. Deze middelen heten gluco-corticoïden. Ze hebben veel bijwerkingen. De huid wordt bijvoorbeeld dunner. Mogelijke gevolgen hiervan:
Verder kun je last krijgen van acne (puistjes) en verkleuringen van de huid. Ook is het mogelijk dat je meer gaat zweten en meer gezichtsbeharing krijgt.
Aan deze klachten is niet zoveel te doen. Je arts of een andere zorgverlener kan je wel helpen er zo goed mogelijk mee om te gaan. Bijvoorbeeld door uit te leggen hoe je de huid het beste kunt verzorgen. Hij of zij kan jou ook helpen als je het erg moeilijk hebt met de verandering van je uiterlijk.
Probeer zelf in ieder geval te voorkomen dat je wondjes krijgt. Die gaan al snel ontsteken – ook als gevolg van de medicijnen. Je kunt het volgende doen:
Na de transplantatie kun je sneller een infectie krijgen. Dit komt door de medicijnen tegen afstoting. Die onderdrukken het afweersysteem. Daardoor krijgen virussen, bacteriën en andere ziekteverwekkers meer kans.
Hieronder staan een aantal huidinfecties die relatief vaak voorkomen na transplantatie.
Huidinfecties zijn vaak goed te behandelen. Je kunt er gewoon mee naar de huisarts. Overleg wel met de nefroloog als je medicijnen krijgt voorgeschreven. Er zijn medicijnen die niet goed samengaan met de medicijnen tegen afstoting. Mogelijk moet de dosis aangepast worden of zijn er extra controles nodig.
Kijk op thuisarts.nl voor algemene informatie over de behandeling van huidinfecties.
Door de medicijnen tegen afstoting heb je meer risico op huidkanker. Let daarom goed op veranderingen van de huid.
Onze deskundigen dragen bij aan betrouwbare informatie.
Marjo van Helden, verpleegkundig specialist
Arjan van Zuilen, internist-nefroloog