Diabetes na transplantatie

De diabetes kan ontstaan door:

• medicijnen tegen afstoting
  Diabetes is een van de mogelijke bijwerkingen.
• aankomen in lichaamsgewicht
  Het risico op diabetes is groter bij overgewicht. Veel mensen komen aan na de transplantatie. Sommigen omdat ze ineens weer alles mogen eten. Ze gaan dan meer eten dan eigenlijk nodig is. Dat kan ook komen door de medicijnen. Het medicijn prednison geeft een hongergevoel. Anderen komen aan omdat ze moeite hebben om het vroegere dieet los te laten. In het dieet zitten weinig groente en fruit, en bijvoorbeeld wel energiedrankjes. Voor de transplantatie wat dit noodzakelijk, maar daarna is een ander voedingspatroon nodig.

Bij diabetes zit er te veel glucose in je bloed. Dat kan allerlei klachten veroorzaken. Bijvoorbeeld vermoeidheid, dorst en veel plassen. Behandeling is altijd nodig. Anders kun je plotseling erg ziek worden. Op de lange duur kunnen ook verschillende ernstige klachten ontstaan. Bijvoorbeeld hart- en vaatziekten, en ook nierschade. Diabetes kan dus ook een oorzaak zijn van nierschade.

De behandeling brengt de glucose weer op een normaal niveau. Zo kan worden voorkomen dat er ernstige klachten ontstaan. Jouw nier krijgt zo ook bescherming.

De behandeling bestaat uit medicijnen. Daarnaast is het belangrijk dat je gezond leeft. Een gezonde leefstijl helpt ook de glucose omlaag te brengen. Op nieren.nl vind je veel informatie over gezond leven.

Soms gaat deze vorm van diabetes vanzelf weer over. Dat komt dan omdat je na een tijdje minder medicijnen tegen afstoting nodig hebt. De dosis gaat dan omlaag.