Selecteer de tekst die je wilt vertalen en kies 'Vertalen'. Kies vervolgens de gewenste taal. Je kunt de vertaalde tekst beluisteren of lezen.

Voeding aanpassen voor kind met nierziekte

Laatste update, 12 juni 2025

Sommige kinderen met nierproblemen moeten een dieet volgen. Dat kan lastig zijn in het dagelijks leven.

De arts bespreekt het met jou en jouw kind als het nodig is om anders te gaan eten. De arts legt ook uit waarom dat nodig is.

Bij het dieet krijg je begeleiding van een diëtist. Een dieet bij een kind is ingewikkeld. Het is belangrijk dat je kind voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt voor de groei en ontwikkeling. Het is niet verstandig om zomaar voedingsstoffen weg te laten uit de voeding. Daarom krijg je deskundige begeleiding.

Dieetadvies verschilt per kind

Het dieetadvies kan per kind sterk verschillen. Dat hangt onder meer af van de oorzaak van de nierproblemen. Sommige kinderen hebben meer van bepaalde voedingstoffen nodig, andere kinderen juist minder.

  • Sommige kinderen hebben een nierziekte waarbij ze te veel voedingsstoffen
    uitplassen. Daardoor ontstaat een tekort. De voeding moet dan juist extra
    voedingsstoffen bevatten.
  • Als de nieren niet goed werken, kunnen er veel afvalstoffen in het bloed achterblijven. Afvalstoffen ontstaan onder meer bij de vertering van eten en drinken. Door de voeding aan te passen, wordt de aanmaak van afvalstoffen beperkt. Een dieet kan ook nodig zijn om ervoor te zorgen dat de nierfunctie minder snel achteruitgaat. In deze situatie is het belangrijk dat een kind minder van bepaalde voedingsstoffen binnenkrijgt.

Er is dus geen voedingsadvies dat voor alle kinderen met nierproblemen geldt. Pas daarom nooit zomaar de voeding van je kind aan. Overleg altijd eerst met de behandelend arts en diëtist.

zout in voeding voor je kind

Met zout wordt eigenlijk natrium bedoeld. Dit mineraal speelt een belangrijke rol bij het regelen van de hoeveelheid vocht in het lichaam. Hoe meer natrium iemand eet, hoe meer vocht het lichaam vasthoudt. 

Sommige kinderen hebben een nierziekte waarbij de nieren moeite hebben om genoeg zout vast te houden. Zij plassen te veel zout uit, en hebben soms extra zout nodig. Als deze kinderen geen extra zout krijgen toegediend, groeien ze slecht. Soms ontwikkelen ze ook een zouttekort (natriumtekort) in hun bloed.

Hoeveel zout voor kinderen met nierproblemen?

De diëtist bespreekt met jou hoeveel zout jouw kind mag. Meestal is het advies om de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) te gebruiken. Dat is de hoeveelheid die gezonde mensen dagelijks nodig hebben. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) verschilt per leeftijdsgroep:

  • 0 tot 6 maanden: minder dan 1 gram zout per dag
  • 7 tot 12 maanden: maximaal 1 gram zout per dag
  • 1 tot 3 jaar: maximaal 3 gram zout per dag
  • 4 tot 8 jaar: maximaal 4,5 gram zout per dag
  • vanaf 9 jaar: maximaal 6 gram zout per dag

Voor kinderen met verhoogde bloeddruk, eiwitverlies in de urine, een vochtbeperking of bepaalde medicijnen kan de zoutbeperking strenger zijn.

Alles over zout en voeding >

eiwit in voeding voor je kind

Eiwit is een bouwsteen voor alle lichaamscellen. Bij ziekte en na extra lichamelijke inspanning heeft het lichaam extra eiwit nodig. Ook voor de groei is eiwit nodig.

Bij de vertering van eiwitten ontstaan veel afvalstoffen. Vooral ureum. Als de nieren niet meer goed werken, wordt er minder ureum uitgeplast. Dit kan misselijkheid, minder eetlust en jeuk veroorzaken. Ook zorgt de vertering van eiwitten ervoor dat het bloed sneller verzuurt. Kinderen met nierschade hebben vaak moeite om dat extra zuur weer uit te plassen.

Het is mogelijk dat je kind een eiwitbeperkt dieet krijgt voorgeschreven, en dus minder eiwit mag hebben. Het blijft dan wel belangrijk dat je kind genoeg eiwit binnenkrijgt om goed te kunnen groeien.

Sommige kinderen hebben juist extra eiwit nodig. Bijvoorbeeld kinderen die slecht groeien en niet al te veel ureum en zuur in hun bloed hebben.

Hoeveel eiwit mag een kind met nierziekte?

De diëtist geeft meestal als advies om de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) te eten. Dat is de hoeveelheid die gezonde mensen dagelijks nodig hebben. Die hoeveelheden staan hieronder vermeld per leeftijdsgroep. 

  • 0 tot 3 maanden: 1,8 gram eiwit per kilo lichaamsgewicht per dag
  • 3 tot 6 maanden: 1,4 gram eiwit per kilo lichaamsgewicht per dag
  • 6 tot 12 maanden: 1,2 gram eiwit per kilo lichaamsgewicht per dag
  • 1 tot 14 jaar: 0,9 gram eiwit per kilo lichaamsgewicht per dag
  • vanaf 14 jaar: 0,8 gram eiwit per kilo lichaamsgewicht per dag

De diëtist vertelt hoeveel eiwit jouw kind mag. Hierbij wordt rekening gehouden met de leeftijd van je kind, de nierfunctie, de bloedwaarden en de behandeling.

Alles over eiwit en voeding >

fosfaat in voeding voor je kind

Fosfaat geeft (samen met calcium) stevigheid aan de botten. Ook zorgt het ervoor dat de lichaamscellen voldoende energie hebben.

Minder fosfaat gebruiken

Bij nierschade wordt soms te weinig fosfaat uitgeplast. Het fosfaat hoopt zich dan op in het bloed. Dat kan botproblemen veroorzaken, en ook klachten als jeuk en rode ogen. Bovendien zorgt het voor vaatverkalkingen. Daardoor is er meer risico op het krijgen van hart- en vaatziekten op latere leeftijd. Bij nierschade is soms een fosfaatbeperkt dieet nodig. Als met een fosfaatbeperkt dieet het fosfaat in het bloed onvoldoende daalt, dan kan de arts medicijnen voorschrijven Er bestaan medicijnen die het fosfaat in het eten binden. Daardoor wordt het fosfaat minder goed in het lichaam opgenomen. We noemen deze medicijnen fosfaatbinders. Fosfaatbinders zijn geen vervanging vanh et fosfaatbeperkte dieet. Het fosfaatbeperkte dieet is nog steeds nodig.

Meer fosfaat gebruiken

Er bestaan ziekten waarbij de nieren juist te veel fosfaat uitplassen. Kinderen met zo’n ziekte hebben juist extra fosfaat nodig. Ze worden behandeld met fosfaatdrank of fosfaattabletten.

Alles over fosfaat en voeding >

kalium in voeding voor je kind

Kalium speelt een belangrijke rol bij de geleiding van zenuwprikkels, de spiercontrole en het regelen van de bloeddruk. Ook is kalium (net als natrium) van belang voor de waterhuishouding in het lichaam.

Minder kalium gebruiken

Als de nieren slechter gaan werken, wordt er minder kalium uitgeplast. Het kalium in het bloed stijgt dan. Dit kan gevaarlijk zijn en bijvoorbeeld hartritmestoornissen veroorzaken. Naast het kaliumbeperkte dieet kan de arts ook medicijnen voorschrijven die kalium binden. Deze medicijnen heten kaliumbinders. Zij
zorgen ervoor dat kalium minder goed in het lichaam wordt opgenomen.

Toch krijgen kinderen bijna nooit een kaliumbeperkt dieet. Kalium zit vooral in groente en fruit. Die bevatten veel vitaminen, en kinderen hebben die vitaminen hard nodig. Er bestaan ook medicijnen die ervoor zorgen dat er minder kalium in het lichaam wordt opgenomen. Waarschijnlijk krijgt jouw kind die dan voorgeschreven.

Een te laag kalium in het bloed is bijna net zo gevaarlijk als een te hoog kalium. Start nooit zelf met een kaliumbeperkt dieet voor je kind. Doe dit alleen in overleg met de arts en/of diëtist.

Meer kalium gebruiken

Er bestaan ziekten waarbij de nieren te veel kalium uitplassen. Kinderen met zo’n ziekte hebben juist extra kalium nodig. Ze worden behandeld met kaliumdrank of kaliumtabletten.

Alles over kalium en voeding >

calcium in voeding voor je kind

Calcium (kalk) geeft (samen met fosfaat) stevigheid aan de botten. Calcium heeft nog andere taken in het lichaam. Het is bijvoorbeeld ook nodig voor een goede werking van de zenuwen en spieren.

Bij chronische nierschade kan een tekort aan calcium in het lichaam ontstaan. Hiervoor zijn verschillende redenen, zoals:

  • door een tekort aan (actief) vitamine D: dit is nodig om calcium op te nemen uit voeding
  • eiwitbeperkt en/of fosfaatbeperkt dieet: je kind gebruikt dan waarschijnlijk minder melkproducten

Door langdurig tekort aan calcium worden de botten minder stevig. Je kind heeft meer kans op botbreuken. Ook kan een kind last krijgen van spierkrampen en vergroeiingen aan het skelet. Daarom is het belangrijk dat kinderen met nierproblemen voldoende calcium binnenkrijgen, zeker zolang ze nog in de groei zijn.

De diëtist bespreekt met jou of het calcium verhoogd kan worden via de voeding. Daarnaast kan de arts extra calcium voorschrijven. Bij een vitamine D-tekort schrijft de arts ook vitamine D voor. Daardoor kan het lichaam calcium beter opnemen.

Hoeveel calcium bij nierziekte?

De diëtist zal je waarschijnlijk adviseren om je kind de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) calcium te geven. Dat is de hoeveelheid die gezonde mensen dagelijks nodig hebben. De ADH verschilt per leeftijd:

  • 6 t/m 11 maanden: 450 mg per dag
  • 1 t/m 3 jaar: 500 mg per dag
  • 4 t/m 8 jaar: 700 mg per dag
  • jongens 9 t/m 17 jaar: 1200 mg per dag
  • meisjes 9 t/m 17 jaar: 1100 mg per dag
  • jongens vanaf 18 jaar: 1000 mg per dag
  • meisjes vanaf 18 jaar: 950 mg per dag

Waar zit veel calcium in?

  • melk en melkproducten
  • kaas
  • groene groenten, zoals boerenkool, spinazie en rucola
  • noten
  • peulvruchten
  • tofu

Je kunt de Eetmeter van het Voedingscentrum gebruiken om te zien hoeveel calcium jouw kind dagelijks binnenkrijgt.

energie in voeding voor je kind

Kinderen met nierschade eten soms te weinig. Ze voelen zich misselijk of zitten soms snel vol door alle medicijnen. Soms is het lastig om met alle dieetbeperkingen voldoende calorieën binnen te krijgen.

Eet jouw kind minder calorieën dan hij of zij verbruikt? Dan maakt het lichaam energie vrij uit lichaamsvet. Daardoor valt je kind af. Mogelijk ontstaat er ondergewicht. Je kind kan zich dan erg vermoeid gaan voelen en (nog) minder zin krijgen in eten. Uiteindelijk worden er lichaamseiwitten afgebroken. Het lichaam beschikt dan over onvoldoende bouwstoffen. Daardoor groeit jouw kind niet goed meer.

Ook kan er een tekort aan verschillende voedingsstoffen ontstaan. Vanwege het slechte eten krijgt je kind niet alle voedingsstoffen binnen die hij of zij nodig heeft. Er is dan sprake van ondervoeding.

Sommige kinderen hebben daarom extra calorieën nodig. De diëtist bespreekt het met jou als dit ook voor jouw kind geldt. Je kunt jouw kind bijvoorbeeld energierijke voedingsmiddelen geven, of speciale dieetpreparaten. Maar misschien krijgt jouw kind die ook niet naar binnen. Misschien is dan tijdelijk sondevoeding nodig.

Waar zit veel energie (calorieën) in?

  • suiker en siroop
  • zoet beleg, zoals jam en fruithagel
  • dieetmargarine, olie
  • slagroom

Extra energie voor kind met nierziekte

  • Voeg wat extra voedingssuiker (maltodextrine-poeder) toe aan het drinken. Dit is een stof die is verwant aan suiker, maar minder zoet smaakt.
  • Besmeer brood, beschuit of crackers ruim met dieetmargarine of eventueel met roomboter.
  • Beleg brood of beschuit ruim met zoet beleg.
  • Voeg een extra scheutje vloeibare margarine of scheutje olie toe aan de warme maaltijd.
  • Voeg een eetlepel opgeklopte slagroom toe aan pap, vla, melk of yoghurtdrank.
  • Verdeel de maaltijden goed over de dag: 3 hoofdmaaltijden en 2 tot 4 tussendoortjes.
  • Sla het ontbijt niet over.
  • Geef een extra tussendoortje voor het slapengaan.

vocht en vochtbeperking

Over het algemeen is het goed voor de nieren om veel te drinken. Maar bij dialyse krijgen kinderen soms een vochtbeperking. Anders blijft er te veel vocht achter in het lichaam.

Let erop dat je kind voldoende drinkt. Hoeveel vocht een kind per dag nodig heeft, is afhankelijk van de leeftijd.

Over het algemeen komt dit op het volgende neer:

  • tussen 1 en 4 jaar
    1 liter vocht per dag.
  • van 4 tot en met 14 jaar
    1 tot 1,5 liter vocht per dag.
  • ouder dan 14 jaar
    1,5 tot 2 liter vocht per dag.

Het is mogelijk dat jouw kind om medische redenen juist meer of minder vocht nodig heeft. Je hoort het van de arts of diëtist als er een afwijkend advies is.

Om de juiste hoeveelheid vocht binnen te krijgen is het belangrijk om het vocht goed over de dag te verdelen. Al het drinken, vloeibare voeding en het water voor het innemen van medicijnen telt mee. Vloeibare voeding is bijvoorbeeld fruithap, appelmoes, pap, yoghurt en vla.

Vochtbeperking bij dialyse

Kinderen die dialyseren krijgen vaak een vochtbeperking. Ze mogen dan maar heel weinig drinken op een dag. Anders blijft er te veel vocht achter in het lichaam. Het is niet altijd mogelijk dat allemaal weg te halen met dialyse.

Een vochtbeperkt dieet is zwaar. Je kind kan erge dorst krijgen. De diëtist geeft tips om hiermee om te gaan. Bijvoorbeeld: drinken in kleine kopjes of glaasjes geven. Kauwgom, pepermuntjes en zuurtjes zorgen ervoor dat je kind minder last heeft van een droge mond.

Soms kan een vochtbeperking voorkomen worden door vaker te gaan dialyseren. De kindernefroloog zal het met jou bespreken als dit mogelijk is. Kinderen die niet dialyseren hebben bijna nooit een vochtbeperking nodig.

Alles over vochtbeperking bij dialyse >

Meer vocht nodig voor kind met nierziekte

Er zijn verschillende nierziekten waarbij de nieren de urine niet goed kunnen concentreren. Kinderen met zo’n ziekte plassen te veel vocht uit. Daarom moeten ze ook veel drinken. Meestal hebben deze kinderen behalve extra vocht ook extra zout nodig. Ook na een niertransplantatie is het belangrijk om veel te drinken. De arts geeft aan hoeveel vocht er per dag nodig is.

vezels in voeding voor je kind

Vezels in voeding voor je kind                                                       

Vezels zijn belangrijk. Ze dragen bij aan een goede spijsvertering, een verzadigd gevoel na het eten en verminderen het risico op hart- en vaatzieken, diabetes type 2 en darmkanker. 

In groente, fruit, aardappelen, volkorenbrood, ontbijtgranen, peulvruchten en noten zitten veel vezels. Omdat er veel verschillende soorten vezels zijn, is het belangrijk om vezels uit verschillende voedingsmiddelen te eten. 

Vezels zijn belangrijk om de darmen gezond te houden en zorgen voor een goede stoelgang. Vezels werken in de darm als een soort spons die water opneemt. Hierdoor voorkom je obstipatie (verstopping) maar ook een te dunne ontlasting. Omdat vezels veel vocht opnemen is voldoende drinken daarbij heel belangrijk. 

Vezels kunnen bijdragen aan het volle gevoel na een maaltijd en zo aan een gezond gewicht. 

Vezels voor een kind met nierproblemen

Voor sommige kinderen met een nierziekte zijn er nog extra voordelen: 

  • Vezels en verhoogd kalium- en/of fosfaatgehalte in je bloed

Als de ontlasting goed door de darmen gaat, blijft er minder kalium en fosfaat uit de voeding achter. Als de kalium- en/ of fosfaatwaarden in het bloed verhoogd zijn, is het extra belangrijk om verstopping te voorkomen. Een ruime hoeveelheid vezels en vocht kan daarbij helpen.

  • Vezels en slechte eetlust

Vezels kunnen  een verzadigd gevoel geven, waardoor er minder wordt gegeten. Maar verstopping kan zorgen voor een verminderde eetlust . Een goede balans in het gebruik van vezels met voldoende vocht is dus belangrijk. Een diëtist kan hierover meedenken.  

Vochtbeperking

Vezels werken als een spons. Als je veel vezels eet, moet je ook veel drinken. Het kan zijn dat dit bij een vochtbeperking niet mag, en de aanbevolen hoeveelheid voedingsvezel niet haalbaar is. 

Hoeveel vezels voor kinderen met nierproblemen?

Meestal is het advies om de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) voedingsvezel te gebruiken. Dat is de hoeveelheid die gezonde kinderen dagelijks nodig hebben. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid verschilt per leeftijdsgroep en is afhankelijk van de hoeveelheid energie die je nodig hebt. 

  • 1 t/m 3 jaar

    9 - 14 gram per dag

  • 4 t/m 8 jaar

    15 - 26 gram per dag

  • Meisjes 9 t/m 13 jaar

    21 – 36 gram per dag; 

  • Jongens 9 t/m 13 jaar

    22 - 39 gram per dag

  • Meisjes 14 t/m 18 jaar 

    31 - 41 gram per dag; 

  • Jongens 14 t/m 18 jaar 

    36 – 53 gram per dag

Je kunt de eetmeter van het Voedingscentrum gebruiken om te zien hoeveel vezels jouw kind dagelijks binnenkrijgt.

Onze deskundigen dragen bij aan betrouwbare informatie.

Martine Besouw, kinderarts-nefroloog

José Renken-Terhaerdt, diëtist kindergeneeskunde

Annelien Schulp, specialistisch verpleegkundige kindernefrologie

Marianne Zwolsman, diëtist kindergeneeskunde

Kennisgroep Zeldzame Nierziekten,

Waarom werken we samen met deskundigen?