Selecteer de tekst die je wilt vertalen en kies 'Vertalen'. Kies vervolgens de gewenste taal. Je kunt de vertaalde tekst beluisteren of lezen.

Gezonde voeding bij nierproblemen

Laatste update, 12 juni 2025

Bij chronische nierschade is voeding een onderdeel van de behandeling. Met goede en gezonde voeding bescherm je je nieren.

Nieren verwijderen afvalstoffen uit het bloed. Je plast ze uit met de urine. Als de nieren minder goed werken, blijven er afvalstoffen achter in je lichaam. Dit kan verschillende klachten veroorzaken.

Afvalstoffen ontstaan onder meer bij de vertering van eten en drinken. Je kunt er zelf voor zorgen dat het lichaam minder afvalstoffen aanmaakt. Dit kan door je voeding aan te passen.

Waarom voeding aanpassen voor je nieren?

Het aanpassen van de voeding helpt om:

  • achteruitgang van de nierfunctie te vertragen
    Als je chronische nierschade hebt, gaan je nieren langzaam verder achteruit. Met goede voeding kun je dit vertragen. Zout is bijvoorbeeld slecht voor de nieren. Door minder zout te eten, bescherm je je nieren.
     
  • klachten te verminderen
    Door ophoping van afvalstoffen kunnen allerlei klachten ontstaan, zoals misselijkheid en jeuk. Door anders te gaan eten ontstaan minder afvalstoffen, en dus ook minder klachten.
     
  • nieuwe problemen door nierschade te voorkomen
    Door de nierschade heb je meer risico op hart- en vaatziekten. Door het eten van veel zout en verzadigd vet gaat dit risico nog verder omhoog. Door op het zout en het soort vet in uw voeding te letten, houd je het risico zo klein mogelijk.

Gezond eten en drinken bij nierproblemen

Gezonde voeding is een belangrijke basis voor iedereen. Met gezond eten krijg je alle voedingsstoffen binnen die je nodig hebt. Daardoor voel je je fitter en blijf je zo lang mogelijk in een goede conditie. Ook heeft de medische behandeling meer effect.

Voor je nieren is het ook belangrijk dat je genoeg drinkt: iedere dag 1,5 tot 2 liter vocht. Liefst drinken zonder suiker, zoals water, koffie en thee. Zo plas je afvalstoffen makkelijker uit.

Hoe pas je de voeding aan?

Het is belangrijk dat je minder zout gaat eten. Dat advies geldt voor alle nierpatiënten. Net als het advies om gezond te eten.

Mogelijk krijg je daarnaast een speciaal dieet. Dan moet je bijvoorbeeld letten op eiwit, kalium en fosfaat. Maar meestal is dat pas nodig als de nieren heel slecht werken: 30% of minder. Lang niet iedere nierpatiënt bereikt dat punt.

Gezond blijven eten en drinken bij nierproblemen

Welk voedingsadvies je ook krijgt, het blijft belangrijk om gezond te eten. Dat kan lastig zijn. Bijvoorbeeld als je minder kalium mag gebruiken: groente en fruit bevatten juist veel kalium. De diëtist leert je hoe je een gezond menu kunt samenstellen. 

De volgende tips kunnen je op weg helpen zo gezond mogelijk te blijven eten en drinken:

drinken bij nierschade

De volgende dranken passen binnen een gezond voedingspatroon: water (met een smaakje), koffie en thee (allebei zonder suiker) en (met mate) melk en melkproducten. Enkele aanvullende adviezen:

  • Drink dagelijks 3 koppen zwarte of groene thee. Dit helpt de bloeddruk te verlagen.
  • Drink geen ongefilterde koffie, zoals kookkoffie en koffie uit een cafetière. Daarin zit cafestol, een stof die niet goed is voor de bloedvaten.
  • Heb je een kaliumbeperking? Houd er rekening mee dat koffie kalium bevat. Drink maximaal 2 kopjes per dag of vervang koffie door thee.
  • Drink zo min mogelijk drinken met suiker, zoals frisdrank en drinkyoghurt. Deze dranken bevatten veel calorieën. Let op: in vruchtensappen zit ook suiker. Voor de gezondheid maakt het niet uit dat het om natuurlijke suikers (vruchtensuiker) gaat. Over dranken met zoetstoffen is nog discussie. Het lijkt erop dat ze niet gezond zijn. Drink ze met mate.
  • Drink geen alcohol, of in ieder geval niet meer dan 1 glas per dag.
  • Kies bij zuiveldranken het liefst voor karnemelk en magere en halfvolle melk. Het is mogelijk dat de diëtist je juist aanraadt om volle melkproducten te gebruiken. Dat hangt dan samen met je persoonlijke situatie. Heb je het advies gekregen om minder eiwit en/of fosfaat te gebruiken? Houd er rekening mee dat melkproducten veel eiwit en fosfaat bevat.

Sommige nierpatiënten krijgen van hun arts het advies meer te drinken. Om medische redenen. Bijvoorbeeld mensen met cystenieren (ADPKD), mensen met chronische nierschade en nierstenen, of mensen met jicht.

Sommige nierpatiënten krijgen juist het advies minder te drinken. Bijvoorbeeld als er door nierschade te veel vocht in het lichaam blijft. Dat geeft klachten. Je kunt dan een vochtbeperking krijgen. Pas wel op voor uitdroging. Bestaande nierschade kan daardoor erger worden.

groente eten bij nierschade

Groente is een belangrijke bron van vezels, vitaminen en plantaardige eiwitten. Door veel groente te eten, verklein je het risico op hart- en vaatziekten. Het algemene advies is om elke dag minstens 250 gram groente te eten.

  • Kies voor verse groente of onbewerkte diepvriesgroente. Aan groente in pot of blik is meestal zout toegevoegd. Er zijn enkele merken waarbij dit niet zo is. Dit kun je zien op het etiket.
  • Heb je het advies gekregen om minder kalium te gebruiken? Ook dan is het mogelijk om voldoende groente te eten. Ook kun je blijven variëren met verschillende groenten. Kijk of je kalium kunt ‘besparen’ bij andere voedingsmiddelen. Koffie en melk bevatten bijvoorbeeld ook kalium.

fruit eten bij nierschade

Het algemene advies is om dagelijks 2 porties (200 gram) fruit te eten. In fruit zit veel kalium. De hoeveelheid kalium verschilt per fruitsoort. Varieer met fruit. 

  • Eet geen sterfruit (carambola). In deze vrucht zit een giftige stof: caramboxine. Dit is een neurotoxine: een gifstof die de werking van het zenuwstelsel kan beïnvloeden. Als je nieren niet goed werken, blijft deze stof achter in je lichaam. Er kunnen dan ernstige klachten ontstaan, zoals verwardheid en epilepsie.
  • Sommige medicijnen gaan niet goed samen met grapefruit(sap) en verwante vruchten als bittersinaasappel, minneola, pomelo, ugli en sweetie. Door de combinatie kun je meer last krijgen van bijwerkingen. De arts of apotheker waarschuwt je als dit zo is bij de medicijnen die jij gebruikt.

brood en broodbeleg bij nierschade

  • Het algemene advies is om dagelijks ten minste 3 tot 4 sneden volkorenbrood of bruinbrood te eten. Volkorenproducten bevatten veel vezels. Die stimuleren de darmen. Bij nierschade kun je meestal net zoveel brood blijven eten als je gewend bent.
  • Elk snee brood bevat ongeveer 0,35 gram zout. Het gaat om bakkerszout; daar is jodium aan toegevoegd. Het lichaam heeft jodium nodig om de schildklier goed te laten werken. Brood is een belangrijke bron van jodium.
  • Eventueel kun je kiezen voor brood met minder of geen zout. Dit kun je ook zelf bakken. Let er dan wel op dat je voldoende jodium binnen krijgt. Er zit ook jodium in zuivelproducten en in vis.

Broodbeleg

Het algemene advies is om je boterhammen te besmeren met zachte margarine of halvarine. Hiermee krijg je de vitamines A, D en E binnen.

Voor nierpatiënten is het advies te kiezen voor een product met zo weinig mogelijk zout. Gebruik liever geen ongezouten roomboter. Dat bevat geen zout, maar wel veel verzadigd vet.

aardappelen, rijst en pasta eten bij nierschade

Deze producten vormen vaak de basis van de warme maaltijd. Probeer af te wisselen en kies ook eens voor graanproducten als bulgur en couscous. Gebruik zoveel mogelijk de volkoren varianten, zoals zilvervliesrijst en volkorenpasta.

Aardappelen bevatten veel kalium. Kies vaker voor rijst en pasta als je niet te veel kalium mag hebben.

peulvruchten eten bij nierschade

Het algemene advies is om wekelijks peulvruchten te eten, bijvoorbeeld bruine bonen, kikkererwten, linzen en kidneybonen. Aan peulvruchten in pot of blik is soms zout toegevoegd. Kijk op het etiket voor informatie. Je kunt ook gedroogde peulvruchten gebruiken: daar zit geen zout in. Deze moet je wel eerst weken en koken.

Peulvruchten bevatten veel eiwit en kalium. Eet er geen aardappelen bij als je niet te veel kalium mag hebben.

melk(producten) gebruiken bij nierschade

Het algemene advies is om dagelijks 2 tot 3 porties (300 tot 450 ml) zuivel te gebruiken, zoals melk, karnemelk en yoghurt. Kies altijd voor de magere of halfvolle variant.

Melkproducten bevatten wel veel eiwit. Mogelijk krijg je een ander advies als je op het eiwit in je voeding moet letten. Deze producten bevatten ook veel fosfaat. Bij een te hoog fosfaatgehalte in het bloed kan het ook nodig zijn de hoeveelheid aan te passen.

kaas en nierschade

Kaas bevat veel zout en verzadigd vet. Kies voor een minder vette kaas, bijvoorbeeld 20+ of 30+. Er zijn ook kazen die minder zout bevatten, zoals Emmentaler en Kees. Deze bevatten minder dan 2 gram zout per 100 gram kaas. Over het algemeen geldt: hoe jonger de kaas, hoe minder zout.

Kaas bevat ook veel eiwit. Hoeveel kaas je mag eten is mede afhankelijk van de hoeveelheid eiwit die je mag hebben. Kaas is ook een belangrijke bron van fosfaat. Aan smeerkaas is zelfs fosfaat toegevoegd. Bij een hoog fosfaatgehalte in het bloed kan het nodig zijn de hoeveelheid aan te passen.

vlees, vleeswaren, kip, vis, ei en vleesvervangers bij nierschade

Het algemene advies is om niet meer dan 500 gram vlees per week te eten, waarvan maximaal 300 gram rood vlees. Rood vlees is vlees van zoogdieren, zoals runderen, schapen, geiten, varkens, paarden en wild (hert, ree en wild zwijn). Daarnaast wordt geadviseerd om 1 keer per week vette vis te eten, zoals haring, makreel, zalm, bokking en haring. Deze vis bevat veel onverzadigd vet, en dat is gezond. Kijk wel uit met gerookte vis: daarin zit veel zout.

Omdat al deze producten veel eiwit bevatten, krijg je mogelijk een ander advies. Dat hangt af van de hoeveelheid eiwit die je mag gebruiken. In deze producten zit ook veel fosfaat.

Bewerkt vlees bevat veel zout. Denk bijvoorbeeld aan slavink, blinde vink, hamburger, schnitzel, rookworst en gemarineerd vlees. Kies liever voor onbewerkt vlees, en breng dit op smaak met kruiden. In vleesvervangers zit ook veel zout, en daarnaast ook veel fosfaat.

bak- en braadproducten bij nierschade

Om te bakken en braden kun je beter geen harde vetten gebruiken, zoals roomboter, margarine in een wikkel of frituurvet. Daarin zit namelijk veel verzadigd vet. Dit geldt ook voor kokosolie en palmolie. Gebruik liever olie, vloeibare margarine of vloeibaar bak- en braadvet. Het is aan te raden om hiermee te variëren, omdat olie geen vitamine A, D en E bevat. Kies bij de bak-en braadproducten voor producten waar weinig zout in zit.

Neem ook een kijkje op onze pagina met kooktips voor nierpatiënten. Hier zie je per product of gerecht hoe je dit kunt bereiden zodat dit past bij jouw dieet. 

Onze deskundigen dragen bij aan betrouwbare informatie.

Annita Broers, diëtist nierziekten

Inez Jans, diëtist nierziekten

Asja Vermeulen, diëtist nierziekten

Waarom werken we samen met deskundigen?