Het algemene advies is om niet meer dan 500 gram vlees per week te eten, waarvan maximaal 300 gram rood vlees. Rood vlees is vlees van zoogdieren, zoals runderen, schapen, geiten, varkens, paarden en wild (hert, ree en wild zwijn). Daarnaast wordt geadviseerd om 1 keer per week vette vis te eten, zoals haring, makreel, zalm, bokking en haring. Deze vis bevat veel onverzadigd vet, en dat is gezond. Kijk wel uit met gerookte vis: daarin zit veel zout.
Omdat al deze producten veel eiwit bevatten, krijg je mogelijk een ander advies. Dat hangt af van de hoeveelheid eiwit die je mag gebruiken. In deze producten zit ook veel fosfaat.
Bewerkt vlees bevat veel zout. Denk bijvoorbeeld aan slavink, blinde vink, hamburger, schnitzel, rookworst en gemarineerd vlees. Kies liever voor onbewerkt vlees, en breng dit op smaak met kruiden. In vleesvervangers zit ook veel zout, en daarnaast ook veel fosfaat.