Selecteer de tekst die je wilt vertalen en kies 'Vertalen'. Kies vervolgens de gewenste taal. Je kunt de vertaalde tekst beluisteren of lezen.

Vochtophoping bij nierschade

Laatste update, 24 juni 2025

Als je nierschade hebt, houdt je lichaam meer vocht vast. Dat heet ook wel oedeem. Vochtophoping bij nierschade kan verschillende oorzaken hebben.

In het kort

  • De nieren zorgen ervoor dat er precies genoeg water in het lichaam zit.
  • Als de nieren niet goed werken, lukt dat minder goed.
  • Je houdt dan vocht vast.
  • Daardoor kun je bijvoorbeeld last krijgen van dikke enkels.
  • Mogelijke behandelingen zijn bijvoorbeeld minder zout eten, plastabletten en minder drinken.

Door vochtophoping (oedeem) zwelt het lichaamsweefsel op. Je krijgt bijvoorbeeld dikke enkels. Als je veel eiwitten verliest via de urine, kunnen ook zwellingen ontstaan in je gezicht, bij je buik of in je armen of benen.

Je kunt zien of je vocht vasthoudt, door op je huid te drukken. Er ontstaat dan een putje. De huid komt heel langzaam weer omhoog.

Klachten door vochtophoping bij nierschade

Vochtophoping kan klachten geven:

  • Je wordt zwaarder.
  • De gezwollen plekken kunnen jeuken, of strak en gespannen aanvoelen.
  • Op de gezwollen plekken ontstaan sneller wondjes. Die genezen slecht.
  • Het vocht kan zich ook ophopen in de longen. Daardoor krijg je het benauwd.
  • Er kan hoge bloeddruk ontstaan. Dit gebeurt als het bloed meer vocht en zouten bevat. Het volume van het bloed neemt dan toe. Dat vergroot de druk op de wanden van de bloedvaten.

minder plassen en te veel natrium

De beschadigde nieren zijn minder goed in staat de hoeveelheid water en zout in het lichaam te regelen. Ze maken minder urine aan en houden natrium vast. Daardoor blijft er te veel water en zout achter in het lichaam.

eiwitverlies

Bij nierschade lekken er soms eiwitten weg via de urine. De nieren raken dan ontregeld en gaan meer zouten (waaronder natrium) en water vasthouden.

hart- en vaatziekten

Nierschade vergroot het risico op hart- en vaatziekten. Deze ziekten kunnen ook tot vochtophoping leiden. Bij hartfalen bijvoorbeeld pompt het hart minder krachtig. Daardoor wordt het lichaamsvocht niet goed afgevoerd. Dat zakt dan naar beneden en hoopt zich op in de enkels. Dit gebeurt ook bij slechte aderen.

bijwerkingen van medicijnen

Vochtophoping kan een bijwerking van medicijnen zijn. Bijvoorbeeld van corticosteroïden (ontstekingsremmers) of diabetesmedicijnen.

minder zout eten

Bij nierschade blijft er te veel natrium (zout) in het lichaam achter. Natrium trekt water aan. Dat kan een rol spelen bij vochtophoping. Je kunt er zelf voor zorgen dat je minder natrium binnenkrijgt, door minder zout te eten.

Alles over zout en voeding >

medicijnen tegen hoge bloeddruk

Het is mogelijk dat je door de nierschade eiwit verliest via de urine. Door het eiwitverlies kan vochtophoping ontstaan. Eiwitverlies wordt behandeld met RAAS-remmers. Dit zijn medicijnen die ook helpen tegen hoge bloeddruk.

plastabletten

Plastabletten (diuretica) zorgen ervoor dat je meer natrium gaat uitplassen. Het vocht gaat dan mee bij het plassen. Zo verliest het lichaam meer vocht.

meer bewegen

Komt vochtophoping door een hart- of vaatziekte? Dan helpt het om meer te bewegen. Door je beenspieren te gebruiken stimuleer je de bloedsomloop. Daardoor zal minder snel vochtophoping ontstaan. Een bijkomend voordeel is dat de bloeddruk daalt als je regelmatig beweegt. Daarnaast kun je elastische kousen (steunkousen) gebruiken. Die verbeteren ook de doorstroom van het bloed.
 

minder drinken bij vochtbeperking

Veel mensen met nierfalen plassen (bijna) niet meer. Daarom krijgen zij vaak een vochtbeperking. Ze mogen minder drinken. Op die manier komt er niet te veel vocht in het lichaam. Mensen met hartfalen kunnen ook een vochtbeperking krijgen.

Bespreek altijd met de arts en diëtist wat jouw vochtbeperking is.

dialyse om vocht te verwijderen

Mensen met nierfalen plassen bijna niet meer of helemaal niet meer. Er blijft dan veel water in het lichaam achter. Dialyse is een van de mogelijke behandelingen bij nierfalen. Tijdens dialyse kan ook vocht worden verwijderd. Hier zit wel een grens aan. Als er te veel vocht wordt verwijderd, daalt de bloeddruk te veel. Je kunt dan klachten krijgen, zoals flauwvallen.

Bij erg veel vocht is het ook mogelijk om het vocht te verwijderen voordat de dialyse begint. Dit heet geïsoleerde ultrafiltratie (GUF). Hierdoor kan de behandeling in totaal wel langer duren.
 

Onze deskundigen dragen bij aan betrouwbare informatie.

Job Huussen, nefroloog

Frans van Ittersum, nefroloog

Paul van der Boog, nefroloog

Gerjan Navis, internist-nefroloog

Neelke van der Weerd, internist-nefroloog

Richtlijn Ontwikkelaars,

Waarom werken we samen met deskundigen?