Selecteer de tekst die je wilt vertalen en kies 'Vertalen'. Kies vervolgens de gewenste taal. Je kunt de vertaalde tekst beluisteren of lezen.

Sondevoeding bij kinderen met nierziekte

Laatste update, 12 juni 2025

Sommige kinderen hebben sondevoeding nodig. Zij krijgen eten door een dun slangetje dat naar de maag loopt. De voeding is vloeibaar.

Door de nierschade kunnen kinderen zich erg ziek en misselijk voelen. Daardoor lukt het soms niet om genoeg te eten. Je kind krijgt dan niet genoeg voedingsstoffen en energie binnen. Daardoor ontstaan weer nieuwe klachten. Je kind voelt zich slap en moe, en groeit misschien niet goed meer.

Een diëtist kan dan voorstellen om ook drinkvoeding of andere dieetpreparaten te gebruiken. Maar soms is dat te veel voor een kind. Ook vinden sommige kinderen de drinkvoeding niet lekker. Dan kan sondevoeding een oplossing zijn. Je kind krijgt dan vloeibare voeding via een slangetje. Het eten komt direct in de maag terecht. Zo krijgt jouw kind toch alle benodigde voedingsstoffen binnen.

Vloeibare voeding via een sonde voor kind met nierziekte

Er zijn verschillende sondes:

  • neusmaagsonde
    Een neusmaagsonde is een dun zacht kunststof slangetje dat via de neus, de keel en de slokdarm rechtstreeks naar de maag loopt. Een neusmaagsonde is vaak een tijdelijke oplossing, want de sonde moet op z’n minst elke 6 weken verwisseld worden. Ook kunnen kinderen een neusmaagsonde uitspugen als ze moeten overgeven.
  • permanente sonde
    Een permanente sonde (ook wel: PEG-sonde of gastrostomie) is geschikt als je kind minstens 6 maanden sondevoeding nodig heeft. Het slangetje wordt direct via de buikwand op de maag aangesloten. Hiervoor is wel eerst een kleine operatie nodig. Je kind wordt onder narcose gebracht en de sonde wordt door de huid in de maag geplaatst. De sonde kan niet worden uitgespuugd. Meestal wordt het slangetje na verloop van tijd verwisseld voor een button-of knopsonde. Dit is een kort buisje om de opening in de buikwand open te houden. Deze sonde moet minstens 1 keer per jaar verwisseld worden, maar daar is geen narcose voor nodig.
Afbeeldingen van kinderen met sondevoeding. Links een kind met PEG-sonde en rechts een kind met een neusmaagsonde
Afbeeldingen van kinderen met sondevoeding. Links een kind met PEG-sonde en rechts een kind met een neusmaagsonde

Je kind hoeft niet te kauwen of te slikken. Hij of zij proeft het eten ook niet. Vaak kunnen kinderen naast de sondevoeding ook nog zelf eten. Als het mogelijk is, heeft dat ook de voorkeur.

Je kunt de voeding thuis zelf toedienen. Een verpleegkundige legt uit hoe dit moet. Sommige soorten voeding worden kant-en-klaar aangeleverd. Er zijn ook soorten in poedervorm, die maak je zelf klaar door het poeder op te lossen in water. Je spuit de voeding in de sonde. Als je kind wat ouder is, kan hij of zij dit zelf doen. Eventueel kan het ook met een pomp. Het verschilt per kind hoe vaak en wanneer de voeding nodig is.

Als je kind veel vocht of medicijnen nodig heeft, kan dit ook via de sonde worden toegediend. Na gebruik spuit je de sonde schoon met lauw water. Anders kan de sonde verstopt raken.

Jonge kinderen met nierziekte en sondevoeding

Heel jonge kinderen moeten nog leren om hun mond te gebruiken. In het eerste jaar leren ze bijvoorbeeld om van een lepel te eten, uit een beker te drinken en om te kauwen. Ook leert een kind zo nieuwe smaken kennen.

Bij sondevoeding gebruikt het kind de mond en de tong veel minder. Het kind leert dan minder goed zuigen, slikken, happen en kauwen. Ook het praten gaat misschien langzamer. In het ziekenhuis krijg je uitleg over hoe jij jouw kind stimuleren om de mond toch te gebruiken. Bijvoorbeeld met behulp van spelletjes of door je kind op een speen te laten zuigen tijdens de sondevoeding.

Vaak is het aan te raden om je kind ook wat hapjes te eten te geven. Dit advies geldt ook voor oudere kinderen. De diëtist kan je hier meer over vertellen. Zo nodig krijgt je kind ook hulp van een logopedist. Deze therapeut kan jouw kind helpen de mond goed te gebruiken.

Meer informatie over sondevoeding voor kinderen

Verschillende ziekenhuizen bieden via hun website informatie over sondevoeding aan. Daar vind je ook meer informatie over het inbrengen van de sonde en het toedienen van voeding. Kijk bijvoorbeeld eens op de volgende websites.

Onze deskundigen dragen bij aan betrouwbare informatie.

Martine Besouw, kinderarts-nefroloog

José Renken-Terhaerdt, diëtist kindergeneeskunde

Annelien Schulp, specialistisch verpleegkundige kindernefrologie

Marianne Zwolsman, diëtist kindergeneeskunde

Kennisgroep Zeldzame Nierziekten,

Waarom werken we samen met deskundigen?