Palliatieve behandeling bij kinderen

Bij nierfalen is dialyse of transplantatie nodig om in leven te blijven. Een palliatieve behandeling betekent dat er niet wordt gestart met dialyse en dat er ook geen transplantatie wordt uitgevoerd. Dit gebeurt alleen in uitzonderljke situaties, en pas na uitvoerig overleg met de ouders en (als het mogelijk is) met het kind zelf.

Bij een palliatieve behandeling overlijdt het kind uiteindelijk aan de nierziekte. Het is niet goed te voorspellen hoe lang het zal duren voor het zover is.

Bij een palliatieve behandeling gaat het meestal om kinderen met een ernstige ontwikkelingsachterstand of om kinderen met een ernstige levensbedreigende aandoening. Naast de nierziekte zijn er meestal nog veel andere problemen. Deze kinderen hebben veel last van de medische handelingen bij dialyse en transplantatie. Sommige kinderen kunnen ook niet begrijpen waarvoor die handelingen nodig zijn. Bij deze kinderen wegen de voordelen van dialyse of transplantatie niet op tegen de nadelen.

Een palliatieve behandeling betekent niet dat er niks meer voor het kind kan worden gedaan. Je kind krijgt nog steeds een behandeling. Maar de behandeling richt zich op comfort en kwaliteit van leven, in plaats van op het verlengen van het leven.

Er worden duidelijke afspraken met jou gemaakt over welke behandelingen wel en niet worden gestart. En over wat er moet gebeuren als jouw kind klachten krijgt. Angst, onrust, pijn en benauwdheid worden bestreden. Het doel is om het kind een zo fijn mogelijk leven te laten leiden, zo lang dat nog gaat. Er worden geen onnodige of vervelende behandelingen uitgevoerd.

Sommige ziekenhuizen hebben een speciaal kinder comfort team of kinder palliatief team. Dit team bestaat uit kinderartsen en verpleegkundigen. Zij staan het kind en de ouders bij. Je kind kan thuis of in het ziekenhuis behandeld worden. Bij een behandeling thuis werkt het team samen met de huisarts.

De arts zal jou zo goed mogelijk begeleiden als jij voor een dergelijke keuze komt te staan. Hij of zij betrekt jouw kind ook bij de keuze. Als je kind 16 jaar of ouder is, mag hij of zij zelf de beslissing nemen.