Selecteer de tekst die je wilt vertalen en kies 'Vertalen'. Kies vervolgens de gewenste taal. Je kunt de vertaalde tekst beluisteren of lezen.

Voorbereiding en begeleiding bij zwangerschap en nierproblemen

Laatste update, 12 juni 2025

Een zwangerschap kent risico’s als je al nierproblemen hebt. Daarom is goede voorbereiding vooraf en medische begeleiding tijdens de zwangerschap erg belangrijk.

In het kort

  • Zo gauw je een kinderwens hebt, krijg je een gesprek in het ziekenhuis. Zo nodig verwijst je arts je door naar een universitair medisch centrum.
  • Samen bespreek je de risico’s en wat eraan te doen is. Zo bereid je je voor op de zwangerschap.
  • Vóór en tijdens de zwangerschap krijg je begeleiding en zo nodig hulp. Misschien is een vruchtbaarheidsbehandeling nodig, of moeten je medicijnen worden aangepast.
  • Ben je zwanger? Dan krijg je regelmatig controles en echo's in het ziekenhuis. Ook houdt je arts in de gaten of je geen acute nierschade of zwangerschapsvergiftiging krijgt.
  • De bevalling is in het ziekenhuis.
  • Na de bevalling is er zo nodig zorg voor je baby, voor je nieren en worden mogelijk je medicijnen (weer) aangepast.

Als je een nieraandoening hebt of een niertransplantatie hebt gehad, is het belangrijk dat je je goed voorbereidt op een zwangerschap. Of je nu man of vrouw bent. Met goede voorbereiding en begeleiding tijdens de zwangerschap kun je bepaalde problemen voorkomen.

Daarom zal de nefroloog af en toe vragen of je een kinderwens hebt, als je tussen 18 en 45 jaar oud bent. Natuurlijk hoef je daar niet op te wachten. Heb je een kinderwens, start dan zelf een gesprek hierover. Eenmaal zwanger, krijg je ook begeleiding van een gynaecoloog (een arts die is gespecialiseerd in vrouwelijke geslachtsorganen, vruchtbaarheid en zwangerschap).

Gesprek en doorverwijzing naar een umc

Je nefroloog bespreekt met je welke risico’s er zijn, en wat daaraan is te doen. Dit helpt je om risico’s tegen elkaar af te wegen en samen keuzes te maken. Het is niet goed te voorspellen of er echt problemen zullen ontstaan. Dat komt doordat er nog weinig onderzoek is gedaan naar zwangerschap bij nierschade. En doordat vroeger aan nierpatiënten werd afgeraden om zwanger te worden. Bekend is wel dat je sommige medicijnen bijvoorbeeld niet mag gebruiken rond de bevruchting of tijdens de zwangerschap. Je kunt dan tijdelijk overstappen op andere.

Wanneer naar een umc?

Mogelijk verwijst je nefroloog je door naar een universitair medisch centrum (umc, ook wel: academisch ziekenhuis). Daar werken gespecialiseerde artsen die ervaring hebben met zwangerschappen in combinatie met een ernstige nieraandoening. Doorverwijzing gebeurt vooral bij mensen met ernstige nierschade (stadium 3, 4 of 5), een donornier, diabetes of een auto-immuunziekte zoals SLE of vasculitis.

gespreksonderwerpen

Ter voorbeiding van de zwangerschap praat je met je artsen over de volgende zaken:

  • de invloed van de zwangerschap op je nieraandoening
    Het is mogelijk dat je nieren slechter gaan werken tijdens of na de zwangerschap. Hoe ernstiger de nierschade, hoe groter het risico. Ook na een niertransplantatie of bij een auto-immuunziekte is er meer risico. Meestal is de achteruitgang tijdelijk, maar bij sommige vrouwen ook blijvend.
  • de invloed van je nieraandoening op de zwangerschap
    Door de nieraandoening is er meer kans op problemen tijdens de zwangerschap. Je kunt bijvoorbeeld te maken krijgen met hoge bloeddruk, zwangerschapsvergiftiging, een laag geboortegewicht en vroeggeboorte of doodgeboorte. De placenta (moederkoek) is vaak niet goed aangelegd. Ook hier geldt: hoe ernstiger de nierschade, hoe hoger het risico. Ook na een niertransplantatie of bij een auto-immuunziekte is er meer risico.
  • de invloed van je nieraandoening op de vruchtbaarheid
    Het is mogelijk dat je minder vruchtbaar bent. Misschien komt een zwangerschap niet vanzelf. Soms is een vruchtbaarheidsbehandeling mogelijk.
  • je medicijnen
    Sommige medicijnen zijn gevaarlijk voor je ongeboren kindje. Ook kunnen ze de vruchtbaarheid beïnvloeden. Vaak is het mogelijk de medicijnen tijdelijk te vervangen. Soms is dat lastig, omdat er dan een medisch risico is voor jou. De artsen bespreken de voor- en nadelen met jou.
  • erfelijkheid
    Sommige nierziekten zijn erfelijk. Misschien geldt dit ook voor je nierziekte (of die van je partner). Dan kun je de ziekte misschien overdragen op jouw kindje. De artsen kunnen je verwijzen naar een klinisch geneticus (erfelijkheidsdeskundige) als je dit wilt laten uitzoeken. Houd er rekening mee dat een erfelijkheidsonderzoek lang kan duren. Een klinisch geneticus kan ook uitleggen wat de nierziekte voor jouw kindje betekent.
  • jouw toekomst en die van je gezin
    Bij sommige mensen met een nierziekte is de verwachting dat hun gezondheid in de toekomst verder achteruit zal gaan. Geldt dit ook voor jou? Dan zullen de artsen je vragen om na te denken over de volgende vragen. Kun je de gevolgen van je ziekte combineren met de zorg voor een kind? Hoe staat jouw partner hierin? Kan hij of zij zorgtaken van jou overnemen? Zijn er mensen in jouw naaste omgeving die jou kunnen helpen? Misschien kun je dit alvast met je partner en je naasten bespreken.

je gezondheid

Het is beter om pas zwanger te worden als je ziekte onder controle is. Zijn er geen grote veranderingen in je nierfunctie? Dan is er minder kans op problemen.

je bloeddruk

Het is belangrijk dat je bloeddruk goed is. Tijdens de zwangerschap kan je bloeddruk stijgen. Dit is niet goed voor je nieren én ook niet voor de baby. De arts zal je daarom aanraden om eerst voor een goede bloeddruk te zorgen. Voor de meeste nierpatiënten is dit maximaal 130/80. Samen met de arts overleg je hoe je dit kunt bereiken.

algemene adviezen opvolgen

Volg de algemene adviezen op voor vrouwen die zwanger willen worden. Bijvoorbeeld: rook en drink niet. Zorg voor een gezond gewicht. Eet gezond, en let erop dat je voeding voldoende eiwit, calcium en vitamine D bevat. Start 8 weken voordat je zwanger wilt worden met foliumzuur (vitamine B11) om een open ruggetje te komen.

Begeleiding van een team

De gynaecoloog en nefroloog werken samen als team. Zij kijken vanuit verschillende specialismen naar je situatie en overleggen daar regelmatig over. Zo kunnen zij je adviezen geven die zo goed mogelijk bij jouw situatie passen. Zo nodig betrekken de gynaecoloog en nefroloog nog andere medische professionals bij de behandeling. Bijvoorbeeld als je nog een andere aandoening hebt. 

Mis je iets in de zorg? Vertel dit aan bij je artsen, zodat zij je kunnen helpen. Heb je behoefte aan emotionele of geestelijke steun? Het kan helpen om hierover te praten met een maatschappelijk werker of psycholoog.

hulp bij vruchtbaarheidsproblemen

Lukt het niet om zwanger te worden? Na 1 jaar proberen kun je om hulp vragen. De gynaecoloog start een onderzoek naar de oorzaak, bij de man en bij de vrouw. Misschien heb je al contact met de gynaecoloog, anders kan de huisarts of nefroloog jou doorverwijzen. Bij mannen is soms ook een uroloog betrokken bij het onderzoek.

Het onderzoek kan best een tijd duren. Naast de nierschade zijn er vaak nog andere oorzaken. De gynaecoloog onderzoekt of hier iets aan te doen is.

vruchtbaarheidsbehandeling bij nierschade

Misschien is bij jou een vruchtbaarheidsbehandeling mogelijk, zoals in vitro fertilisatie (ivf) of intra-uteriene inseminatie (iui). Vrouwen met nierschade in stadium 3 of hoger worden hiervoor meestal doorverwezen naar een universitair medisch centrum (umc). Hier werken artsen die ervaring hebben met nierziekten en zwangerschap.

Een vruchtbaarheidsbehandeling voor nierpatiënten is meestal hetzelfde als die voor andere mannen en vrouwen met een onvervulde kinderwens. Alleen bij enkele nierziektes kan de hormonale behandeling een risico vormen. Bijvoorbeeld bij aHUS, SLE of antifosfolipidensyndroom. Door hormonen kunnen deze ziektes terugkeren of verergeren. De arts bespreekt dit dan met jou.

De behandelend arts probeert een meerlingzwangerschap te voorkomen als je een nierziekte hebt. Er zijn al genoeg risico’s in je situatie, en een meerlingzwangerschap zou voor nog meer risico’s zorgen.

Kies je voor een vruchtbaarheidsbehandeling? Dan ga je een intensieve tijd tegemoet. De behandeling kost tijd en energie. Mentaal kan het zwaar zijn. Stel jezelf de vraag of je aan zo’n medisch traject wilt beginnen. De nefroloog en gynaecoloog bespreken deze vraag ook met jou. Samen met de nefroloog en gynaecoloog kun je ook bekijken welke andere opties er zijn. Bijvoorbeeld: adoptie, pleegzorg of zaadceldonatie.

welke echo's krijg je?

De termijn-echo krijg je als je 10 tot 12 weken zwanger bent. Met deze echo is vast te stellen hoe lang je precies zwanger bent, en wat de vermoedelijke bevallingsdatum gaat zijn.

De 13 weken-echo is bedoeld om ernstige lichamelijke afwijkingen op te sporen.

De 20 weken-echo controleert de ontwikkeling van de baby: groeit het kindje goed, zijn de organen goed ontwikkeld en is er voldoende vruchtwater?

Als er zorgen zijn over de groei of ontwikkeling van het kindje, kan er vaker een echo worden gemaakt. Soms wordt zelfs om de week een echo gemaakt. Dit hangt ook af van je persoonlijke situatie.

specialistische echo: GUO

Ook kan er een specialistische echo worden gemaakt. Hierop zijn de organen van het ongeboren kindje nog beter te zien. Deze echo heet ook wel uitgebreide echo, geavanceerd ultrageluid onderzoek of GUO-echo.

Je krijgt een specialistisch echo alleen aangeboden als daar een medische reden voor is. Bijvoorbeeld als er op de gewone echo een afwijking bij je kindje is ontdekt. Of als je partner of jij bij de geboorte een afwijking aan de urinewegen had. Of als je bepaalde medicijnen gebruikt.

De gynaecoloog bespreekt de uitslag van de GUO-echo met jou. Hij of zij legt uit wat er met je kindje is, en wat dit voor je kindje en jou betekent.

Lees meer over de GUO-echo op PNS.nl >

natuurlijke bevalling of keizersnede

Bij chronische nierschade is het bijna altijd mogelijk om via de natuurlijke weg te bevallen, dus via de vagina. Een keizersnede is meestal niet nodig. (Na een niertransplantatie is wel iets vaker een keizersnede nodig.) De gynaecoloog zal alleen voor een keizersnede kiezen als er dringende medische redenen voor zijn.

Bij een natuurlijke bevalling kan het nodig zijn om deze in te leiden. De bevalling wordt dan op gang gebracht met medicijnen. Dit gebeurt als de gynaecoloog het niet verstandig vindt om te wachten tot je 40 weken zwanger bent. Bijvoorbeeld als er een risico is op zwangerschapsvergiftiging.

bevalling voorbereiden en bespreken

Het is belangrijk dat je bij de bevalling ontspannen bent. Vertel het daarom als je opziet tegen de bevalling. Samen kun je bespreken waarom dit zo is, en wat eraan te doen is. Ook kun je een geboorteplan schrijven. Daarin geef je aan wat voor jou belangrijk is. Bijvoorbeeld wie er bij de bevalling aanwezig moet zijn en of je pijnstilling wilt. Bespreek zo'n geboorteplan met je zorgverleners. Zij houden dan zoveel mogelijk rekening met je wensen.

De gynaecoloog en nefroloog bespreken ook een aantal zaken met je:

  • moment van bevallen - In het algemeen is het beter om af te wachten tot de weeën vanzelf op gang komen. Maar soms adviseren de artsen hier niet op wachten. Bijvoorbeeld als er een risico is op zwangerschapsvergiftiging, problemen met je nieren of problemen met je kindje. Dan is het soms beter om de weeën op te wekken, zodat de bevalling eerder begint.
  • pijnstilling bij bevalling - Er bestaan verschillende manieren om pijn bij de bevalling te bestrijden. Op de website deverloskundige.nl vind je een overzicht van de mogelijkheden. De bekendste vorm van pijnstilling is wel de ruggenprik. Maar een ruggenprik is niet altijd mogelijk. Tijdens de zwangerschap gebruik je namelijk acetylsalicylzuur. Dit middel helpt om het risico op zwangerschapsvergiftiging te verminderen. Maar door het middel is er meer risico op een bloeding. Een ruggenprik kan dan gevaarlijk zijn. Dat is ook afhankelijk van het moment waarop je gestopt bent met acetylsalicylzuur: dat is meestal bij 36 weken zwangerschap.
  • gebruik van andere middelen tijdens de bevalling - Tijdens de bevalling worden soms medicijnen gebruikt. Bijvoorbeeld om weeën op te wekken of ervoor te zorgen dat de placenta (moederkoek) makkelijker loskomt. Van tevoren bekijken de artsen samen welke medicijnen veilig zijn voor jou.
  • bloedtransfusie tijdens de bevalling - Tijdens de bevalling kun je veel bloed verliezen. Had je tijdens de zwangerschap last van bloedarmoede? Dan is het bloedverlies misschien gevaarlijk voor jou of de baby. Soms is dan een bloedtransfusie nodig. Dit gebeurt meestal pas als de Hb zakt onder de 5.0 mmol/l. Soms gebeurt het al voor de bevalling, of bij een hogere Hb. Dat is dan uit voorzorg. 

Zorg voor baby en je nieren

Na de bevalling blijf je op de kraamafdeling in het ziekenhuis tot je voldoende bent hersteld. Er wordt op je algehele gezondheid gelet, en natuurlijk op je nierfunctie. Deze moet stabiel zijn. Tijdens je verblijf in het ziekenhuis bespreken de gynaecoloog en de nefroloog de volgende zaken met jou:

  • de zorg voor je baby
    Meestal kun je de baby gewoon bij je houden en zelf verzorgen. Maar soms heeft een baby medische zorg nodig. Bijvoorbeeld als hij of zij te vroeg is geboren: voor 37 weken zwangerschap. Of als je baby een nierafwijking heeft. Je kindje komt dan onder behandeling bij een kinderarts.
  • de zorg voor je nieren
    Na ontslag uit het ziekenhuis heb je extra controles bij de nefroloog. Deze houdt de werking van je nieren goed in de gaten. Voor je weggaat uit het ziekenhuis, moet er een vervolgafspraak gemaakt zijn.
  • wanneer je medische hulp moet inschakelen
    Ook na ontslag uit het ziekenhuis kunnen er nog problemen ontstaan. Misschien gaat je nierfunctie ineens snel achteruit of stijgt je bloeddruk plotseling. De arts legt uit waar je op kunt letten, en wanneer en hoe je contact kunt opnemen.
  • je medicijnen
    De artsen kijken opnieuw naar je medicijnen. Sommige medicijnen kun je beter niet gebruiken als je borstvoeding geeft. Dan kun je overstappen op andere medicijnen.
  • anticonceptie
    Start na de bevalling met anticonceptie (voorbehoedsmiddelen). Hiermee voorkom je een nieuwe zwangerschap.

Onze deskundigen dragen bij aan betrouwbare informatie.

Henk van Hamersvelt, internist-nefroloog

Olivier van der Heijden, gynaecoloog-perinatoloog

Margriet de Jong, internist-nefroloog

Titia Lely, gynaecoloog-perinatoloog

Richtlijn Ontwikkelaars,

Waarom werken we samen met deskundigen?