Selecteer de tekst die je wilt vertalen en kies 'Vertalen'. Kies vervolgens de gewenste taal. Je kunt de vertaalde tekst beluisteren of lezen.

Afstoting van de donornier

Laatste update, 26 juni 2025

Na de transplantatie krijg je medicijnen tegen afstoting. Toch bestaat er een kans dat jouw lichaam de nier afstoot.

In het kort

  • Na de transplantatie bestaat de kans dat je lichaam de nieuwe nier afstoot.
  • Er zijn 2 soorten afstotingsreacties: acute afstoting en chronische afstoting.
  • Acute afstoting is meestal goed te behandelen.
  • Chronische afstoting is meestal niet goed te behandelen.
  • Als je medicijnen tegen afstoting niet zorgvuldig inneemt, is de kans op afstoting groter.

Er zijn twee soorten afstotingsreacties:

  • acute afstoting
  • chronische afstoting 

Acute afstoting is meestal goed te behandelen. Bij chronische afstoting is dat niet het geval.

Symptomen van acute afstoting

Bij een acute afstoting gaat de donornier minder goed werken of houdt hij ermee op. Mogelijke symptomen van een acute afstoting zijn:

  • minder of helemaal niet meer plassen
  • je gewicht neemt toe, omdat het lichaam vocht vasthoudt
  • je bloeddruk stijgt
  • in je bloed hopen de afvalstoffen zich op
  • eiwit in urine
  • je krijgt pijn op de plek waar de nier zit
  • je krijgt koorts
  • je voelt zich ziek

De symptomen zijn niet allemaal even duidelijk. Het is mogelijk dat je de afstoting niet opmerkt. Zeker als je gewoon blijft plassen en geen koorts krijgt. Daarom is regelmatige controle zo belangrijk. Neem zelf altijd contact op als je denkt dat er misschien iets niet in orde is. Het is niet verstandig om ‘het even aan te kijken’. Als je te lang wacht, kan dat vervelende gevolgen hebben.

Om de diagnose te stellen doet de arts een nierbiopsie. De arts haalt dan een klein stukje nierweefsel uit jouw lichaam. Dat gaat voor onderzoek naar het laboratorium.

Hoe ontstaat acute afstoting?

Acute afstoting ontstaat meestal in de eerste weken tot maanden na de niertransplantatie. Daarom heb je in het begin ook meer controles. Na ongeveer 6 maanden worden acute afstotingsreacties zeldzamer. Het risico op afstoting stijgt weer als je de medicijnen tegen afstoting niet zorgvuldig inneemt.

Acute afstoting komt regelmatig voor. Ongeveer 1 op de 4 getransplanteerden krijgt ermee te maken, soms zelfs meerdere keren.

Behandeling van acute afstoting

Acute afstoting is meestal goed te behandelen. Er moet wel snel gehandeld worden. Neem daarom direct contact op met je nefroloog of verpleegkundig specialist als je klachten krijgt. Ook in het weekend of op een feestdag!

Behandeling is mogelijk met:

een hoge dosis prednison of methylprednison

Dit middel krijg je via een infuus. Minstens 3 dagen lang krijg je iedere dag een infuus.

ATG

Dit krijg je een aantal dagen achter elkaar via een infuus. Dit medicijn is sterker dan prednison. Maar het heeft ook meer bijwerkingen. Bijvoorbeeld: koorts, hoofdpijn, koude rillingen, kortademigheid, diarree, rode huiduitslag en pijn in de gewrichten en spieren. Door het medicijn ben je vatbaarder voor infecties. Dat kan een paar maanden aanhouden.

alemtuzumab

Je krijgt dan eenmalig een injectie. Door dit medicijn wordt het afweerstelsel maandenlang sterk onderdrukt. In die periode ben je extra gevoelig voor infecties.

Gevolgen van acute afstoting

Heb jij in de eerste maanden na de transplantatie een afstotingsreactie gehad? En is deze succesvol behandeld? Dan zijn er geen gevolgen voor de lange termijn. Het is dus niet zo dat jouw nier hierdoor korter meegaat. Bij een late afstotingsreactie ligt het anders. Dan heeft de afstotingsreactie wel invloed op de levensduur van de nier.

Chronische afstoting

Met chronische (blijvende) afstoting wordt bedoeld dat in de nier chronische schade ontstaat. Het eigen afweerstelsel valt de nier aan, waardoor deze steeds slechter gaat werken. De nier gaat langzaam maar zeker achteruit.

Deze vorm van afstoting kan al na enkele maanden optreden, maar ook pas na vele jaren. De bloedvaatjes in de nier worden beschadigd door antistoffen en een ontstekingsreactie. Daardoor ontstaat hoge bloeddruk en overbelasting van de nier. Uiteindelijk krijg je klachten.

Behandeling van chronische afstoting

Chronische afstoting is niet goed te behandelen. Jouw arts probeert de achteruitgang van de nier zoveel mogelijk te vertragen. Dit kan met medicijnen. Wanneer de nier voor nog maar 5 tot 10% werkt, is dialyse nodig.

Een nieuwe transplantatie is meestal ook mogelijk. Het is wel moeilijker om een passende donornier te vinden. Dit komt omdat het lichaam meer antistoffen aanmaakt na transplantatie.

Onze deskundigen dragen bij aan betrouwbare informatie.

Gerben van den Bosch, medisch maatschappelijk werker

Marjo van Helden, verpleegkundig specialist

Leonie Mol, dialyseverpleegkundige

Arjan van Zuilen, internist-nefroloog

Waarom werken we samen met deskundigen?