In het kort
- Hiv is een virus dat de afweer zwak maakt.
- 1 op de 3 mensen met hiv krijgt een nierziekte.
- Je kunt hiv krijgen door onveilig te vrijen.
- Het virus is goed te behandelen met medicijnen.
- Zonder behandeling kan hiv aids veroorzaken.
Selecteer de tekst die je wilt vertalen en kies 'Vertalen'. Kies vervolgens de gewenste taal. Je kunt de vertaalde tekst beluisteren of lezen.
Hiv is een virus dat de afweer zwakker maakt. Door dit virus kan schade aan de nieren ontstaan.
Hiv staat voor humaan immunodeficiëntie virus. Immuno is afweer, deficiëntie is gebrek. Het is dus een virus dat de afweer zwakker maakt. Iemand met hiv hoeft niet meteen ziek te zijn. Maar na verloop van tijd heeft het lichaam steeds minder weerstand tegen ziektes. Er kunnen dan infecties ontstaan. Iemand zonder hiv kan die infecties goed aan. Met hiv lukt dat niet.
Een hiv-infectie is ernstig, maar kan goed behandeld worden. Door dagelijks hiv-medicijnen in te nemen, wordt hiv onmeetbaar in het bloed. Je kunt hiv dan niet aan iemand anders doorgeven. Het virus zit dan nog wel in je lichaam, maar is door de medicijnen onderdrukt.
Zonder behandeling met medicijnen kan het virus tot aids leiden. In Nederland krijgt bijna niemand meer aids. Dit komt omdat mensen die hiv hebben bijna altijd een goede behandeling met medicijnen krijgen. Mensen met hiv hebben daarom een normale levensverwachting.
Op de website van Hiv Vereniging vind je uitgebreide informatie over hiv en het leven met hiv.
Hiv zit in het bloed, sperma, vaginaal vocht en in de moedermelk van iemand die hiv heeft. Besmetting gebeurt meestal door onveilig te vrijen met iemand die hiv heeft. Soms krijgen mensen hiv via een besmette naald. Bijvoorbeeld als je drugs spuit en een besmette naald van een ander gebruikt. Of als je in de zorg werkt en zich per ongeluk prikt aan een besmette naald.
Heb je hiv en is het virus niet onderdrukt door medicijnen? Bescherm dan je partner door veilig te vrijen. Gebruik bijvoorbeeld een condoom. Je kunt hiv niet overdragen via een hoestbui, wc-bril of als iemand uit hetzelfde kopje drinkt. In het gewone dagelijkse contact met anderen (huisgenoten of collega’s) kun je het virus niet doorgeven.
1 op de 3 mensen met hiv krijgt een nierziekte. Dat kan verschillende oorzaken hebben. Soms komt het door de medicijnen die je gebruikt tegen hiv. Maar het kan ook gaan om nierschade door het virus zelf.
De behandeling van hiv bestaat uit een combinatie van verschillende medicijnen. Dit heet combinatietherapie of combinatie antiretrovirale therapie (cART). Nierproblemen bij mensen met hiv ontstaan meestal door de hiv-medicijnen. Het gaat om deze medicijnen:
Veel mensen met hiv gebruiken dit medicijn. Als je langere tijd TDF gebruikt, heb je meer kans op nierproblemen. Als je TDF gebruikt, kun je last krijgen van acute nierschade en/of nierbuisjes die niet goed meer werken (tubulaire disfunctie).
Dit medicijn is nieuwer dan TDF. Het is minder schadelijk voor de nieren. TDF en TAF zijn allebei voorlopers van tenofovir. Een voorloper is een inactieve stof die in het lichaam wordt omgezet in de actieve stof. Tenofovir remt de groei van hiv. Als je TAF gebruikt, kun je last krijgen van acute nierschade.
Deze medicijnen zorgen ervoor dat hiv zich niet verder kan ontwikkelen. Er ontstaan alleen nog maar virusdeeltjes die niet af zijn en niet goed werken. De nierproblemen die je kunt krijgen zijn acute nierschade en/of nierstenen.
Dit zijn medicijnen zoals acyclovir, foscarnet en cidofovir. Als je een van deze medicijnen gebruikt, kun je last krijgen van acute nierschade.
Dit zijn medicijnen zoals trimethoprim-sulfamethoxazole en pentamidine. Je kunt bij deze medicijnen last krijgen van ontsteking tussen de nierbuisjes (interstitiële nefritis).
Er is ook nierschade die direct samenhangt met hiv. Dan gaat het vaak om ernstige problemen. Er zijn drie hiv-specifieke nierziektes:
Van nierschade merk je in het begin niets. Er ontstaan pas klachten als de nieren niet meer goed werken. Als je hiv hebt, heb je meer kans op nierschade. Daarom controleert de arts dit regelmatig.
Nierziekten bij hiv zien er niet altijd hetzelfde uit. Ze verlopen wisselend. Sommige leiden tot ernstige nierschade en nierfalen. Bij nierschade kun je last krijgen van vermoeidheid, minder trek in eten, misselijkheid, rusteloze benen of vocht in de benen. Het verschilt per persoon welke klachten er zijn. Hoe meer schade aan de nieren, hoe meer klachten je kunt hebben.
Lees meer over de symptomen van nierschade.
Je arts meet bij de controle allerlei zaken. Voor je bezoek laat je bloed prikken. Soms moet je urine inleveren. Dat is om te kijken of de nieren nog goed werken. Ook als je geen klachten hebt, kunnen de nieren toch beschadigd zijn.
Soms is een nierbiopsie nodig. De arts haalt dan met een naald een klein stukje nierweefsel uit je lichaam. Dit weefsel gaat voor onderzoek naar het laboratorium. Een nierbiopsie is nodig als:
Een goede behandeling van hiv is erg belangrijk. Dit kan soms voorkomen dat er nierschade ontstaat. Krijg je toch nierschade? Dan krijg je een behandeling om verdere nierschade te voorkomen. Als je nieren beschadigd zijn, worden ze niet meer beter.
Soms verlaagt je arts de hoeveelheid hiv-medicijnen. Door nierschade kunnen de nieren minder goed afvalstoffen uit het lichaam verwijderen. Dan blijft er meer van het hiv-medicijn in je lichaam achter. Zo kun je meer last krijgen van bijwerkingen. Door minder medicijnen te slikken, voorkom je dit. Je arts kan ook andere hiv-medicijnen voorschrijven.
Soms gaan de nieren steeds slechter werken en ontstaat er nierfalen. De nieren werken dan minder dan 15%. Dan is er een behandeling nodig die de functie van de nieren overneemt. Dit heet nierfunctievervangende behandeling. Het gaat om dialyse of niertransplantatie.
Voor de meeste mensen is een niertransplantatie de beste behandeling. Bij hiv zijn er 3 voorwaarden voor een niertransplantatie:
Er zijn 3 nierziektes die direct samenhangen met hiv: HIVAN, HIVICK en TMA. Er is dan sprake van hiv-specifieke nierschade. Hiervoor gelden ook specifieke behandelingen.
HIVAN betekent hiv associated nephropathy: nierschade die samenhangt met hiv. Je kunt alleen HIVAN krijgen als je hiv hebt. Het is de nierziekte die het meeste voorkomt bij mensen die al langere tijd hiv hebben. HIVAN komt niet voor als de hiv goed behandeld wordt.
Bij HIVAN raken de nierfilters beschadigd. Zo ontstaat ernstige nierschade. Deze nierschade verergert snel.
Een goede behandeling met hiv-medicijnen staat voorop. Het gaat dan vaak om een combinatietherapie. Als je de juiste medicijnen slikt, heb je minder kans om HIVAN te krijgen. Ook is dan de kans op nierfalen door HIVAN kleiner.
Soms raken de medicijnen uitgewerkt. Of het virus wordt om een andere reden weer actief. Dan kan ook de nierziekte erger worden.
Als je de medicijnen voor hiv goed blijft gebruiken, kun je na de niertransplantatie geen HIVAN meer krijgen
HIVICK betekent hiv immune complex kidney disease. Het is een verzamelnaam voor ziektes aan het afweersysteem door hiv. Je kunt alleen HIVICK krijgen als je hiv hebt. Bij een goede behandeling van hiv krijg je geen HIVICK.
Bij HIVICK ontstaan er ontstekingen aan de nierfilters.
Een goede behandeling met hiv-medicijnen staat voorop. Er zijn verschillende types van HIVICK. Soms krijg je medicijnen die de afweer onderdrukken, zoals een behandeling met prednison.
TMA betekent trombotische micro-angiopathie. Het kan ontstaan door verschillende ziektes. Een daarvan is hiv. TMA maakt de kleine bloedvaten kapot. Er ontstaan stolsels en de bloedplaatjes worden opgebruikt. Dan blijven er te weinig bloedplaatjes over en kan het bloed niet meer goed stollen. Ook worden de rode bloedcellen afgebroken. Je kunt allerlei klachten krijgen, zoals:
Als je al langere tijd hiv hebt, heb je meer kans om TMA te krijgen. In Nederland komt dit niet vaak voor. De hiv-behandeling is zo goed dat de kans op TMA door hiv zeer klein is.
Een goede behandeling met hiv-medicijnen staat voorop. Het gaat dan vaak om een combinatietherapie.
Als je TMA hebt, krijg je plasmaferese. Hierbij wordt jouw plasma vervangen door dat van een donor. Plasma is het bloed zonder de bloedcellen. Je krijgt medicijnen die de afweer onderdrukken. Dit voorkomt dat je een afweerreactie krijgt op het donorplasma.
Als je hiv hebt is het extra belangrijk dat je gezond leeft. Ook voor je nieren is een gezonde leefstijl belangrijk. Wat kun je doen om gezond te leven?
Lees hoe gezond leven je nieren helpt beschermen.
Lees de informatie van Hiv Vereniging over het beschermen van de nieren door gezond te leven.
Uitgebreide en diepgaande informatie over de behandeling vind je in de 'Richtlijn voor onderzoek en behandeling van patiënten met HIV en nierziekten' (2016). Deze richtlijn is bedoeld voor medische professionals. Houd er rekening mee dat het document veel vaktaal bevat.
Hiv is een ziekte waarmee je goed kunt leren leven. Hiv is goed te behandelen. Je kunt net zo oud worden als iemand zonder hiv. Je hebt wel je hele leven regelmatige controles in het ziekenhuis. Ook moet je dagelijks medicijnen gebruiken.
Nierschade heeft veel invloed op je dagelijks leven. Zeker als de nierschade ernstig is. Vandaar dat de werking van je nieren regelmatig wordt gecontroleerd. Als er nierschade is, wordt deze in een vroeg stadium ontdekt. De behandeling helpt dan voorkomen dat er nierfalen ontstaat en je ernstige klachten krijgt. Een gezonde leefstijl is een belangrijk onderdeel van de behandeling.
Door hiv heb je een grotere kans om hart- en vaatziekten te krijgen. Door nierschade wordt die kans nog groter. Ook daarom is een gezonde leefstijl zo belangrijk. Volg de adviezen zo veel mogelijk op:
Lees meer over hiv.
Onze deskundigen dragen bij aan betrouwbare informatie.
Brigit van Jaarsveld, internist-nefroloog
Arjan van Zuilen, internist-nefroloog
Hiv Vereniging,