Selecteer de tekst die je wilt vertalen en kies 'Vertalen'. Kies vervolgens de gewenste taal. Je kunt de vertaalde tekst beluisteren of lezen.

Wat doen je nieren?

Laatste update, 23 juni 2025

Nieren zijn belangrijke organen en hebben veel taken. Ze verwijderen afvalstoffen uit je bloed en zorgen voor genoeg vocht en zout in je lichaam. Nieren dragen ook bij aan een goede bloeddruk, sterke botten, juiste zuurgraad van je bloed en de aanmaak van rode bloedcellen.

In het kort

  • Nieren hebben veel belangrijke taken. Zoals afvalstoffen verwijderen en bloeddruk regelen.
  • De meeste mensen hebben twee nieren. Nieren zijn ongeveer zo groot als een vuist.
  • De nieren zitten aan de rugzijde van je lichaam, achter de onderste ribben.
  • Nierfilters in de nier maken het bloed schoon.
  • Elke nier heeft ongeveer 1 miljoen nierfilters.

Nieren zijn heel belangrijk voor je lichaam. Een nier is een orgaan dat veel verschillende taken heeft, zoals:

  • afvalstoffen verwijderen
  • regelen van water, zouten en je bloeddruk
  • sterke botten behouden
  • aanmaak van rode bloedcellen stimuleren
  • zuurgraad in balans houden

Hoe ziet een nier eruit?

Een nier heeft de vorm van een boon, is ongeveer 12 centimeter lang en weegt ongeveer 150 gram. Om de nier heen zit een vetkussen. Dat geeft bescherming.

De meeste mensen hebben bij geboorte twee nieren. Sommige mensen worden met één nier geboren (mononier), andere mensen juist met een extra nier. Je kunt hier meestal goed mee leven.

Ligging van de nieren
Ligging van de nieren

opbouw van de nier

  • de buitenste laag van de nier heet nierschors (cortex)
  • het binnenste van de nier heet niermerg (medulla)
  • het niermerg bestaat uit piramidevormige structuren: nierpiramiden
  • de nierfilters liggen voor een deel in de nierschors en voor een deel in het niermerg
  • het weefsel met de nierpiramiden en de nierfilters heet ook wel nierparenchym
  • de plek waar de urineleider ontstaat en waar de bloedvaten de nier in- en uitstromen, heet de nierpoort
  • in het midden van de nier ligt het nierbekken, daar wordt de urine opgevangen
  • uit elke nier ontstaat een urineleider (ureter), via de urineleider gaat de urine naar de blaas
  • de urine verlaat het lichaam via de urinebuis (urethra, plasbuis)

Nieren verwijderen afvalstoffen uit het bloed

Je bloed vervoert stoffen die het lichaam goed laten werken. Maar ook afvalstoffen. Nieren zorgen ervoor dat je bloed schoon blijft. De nierfilters halen afvalstoffen, water en overtollige zouten uit het bloed. Die komen in de urine terecht. De nierfilters laten andere stoffen juist in het bloed zitten, zoals eiwitten.

Afvalstoffen zijn bijvoorbeeld:

  • kreatinine (ook wel: creatinine), een afvalstof van je spieren
  • ureum, wat ontstaat bij afbreken van eiwitten
  • (bestanddelen van) medicijnen

De nieren halen ook andere stoffen uit het bloed, bijvoorbeeld zouten. Vooral natrium en chloride. Maar ook kleine hoeveelheden kalium, calcium en magnesium. Verder komt bicarbonaat in de urine voor. Dit zijn geen afvalstoffen. Maar de nieren zorgen voor een juiste balans van zouten en bicarbonaat.

Goed om te weten: kreatinine is iets anders dan creatine. Creatine is geen afvalproduct, maar een voedingsstof voor spieren en zenuwen. De lever maakt creatine, en creatine komt voor in voeding, zoals biefstuk. Ook wordt creatine soms gebruikt als supplement bij het sporten. Belangrijk te weten dat dit de schatting van de nierfunctie kan beïnvloeden, dus vertel het je dokter als je dit gebruikt.

Hoe houden nieren je bloed schoon?

Nierfilters (nefronen) maken je bloed schoon. Elke nier heeft ongeveer 1 miljoen nierfilters. Een nierfilter bestaat grofweg uit een zeeflichaampje en een nierbuisje. Nierfilters zijn heel klein. Je kunt ze alleen onder een microscoop zien.

De nier krijgt bloed via de nierslagader. Eenmaal in de nier stroomt het bloed door steeds kleinere bloedvaatjes. Tot de vaatjes nog dunner zijn dan een haar (haarvaten). Daarna komen de kleine vaatjes weer samen in de nierader. Via de nieraders stroomt het bloed de nier weer uit. Benieuwd naar hoe je nieren precies je bloed filteren? We leggen je alles uit over het zeeflichaampje, het kapsel van Bowman, de nierbuis, voorurine en urine.

zeeflichaampje

Het zeeflichaampje zit in de nierfilter en bestaat uit een kluwen van haarvaten. Daaromheen zit een filter (kapsel van Bowman).

De druk in de haarvaten is heel hoog. De hoge druk perst kleine deeltjes in het bloed door de haarvaten naar het nierbuisje. Zo gaan bijvoorbeeld water, zouten en afvalstoffen zoals ureum door het filter het nierbuisje in.

Grote deeltjes in het bloed, zoals bloedcellen en eiwitten, passen niet door het zeeflichaampje. Die blijven achter in het bloed in de haarvaten.

kapsel van Bowman

Het kapsel van Bowman heeft verschillende manieren om stoffen door te laten of juist tegen te houden. Er zitten bijvoorbeeld ‘lekkende’ bloedvaatjes in met daaromheen speciale cellen: podocyten. De podocyten vormen een soort ritssluiting. Ze laten sommige stoffen wel door en andere niet.

nierbuisje

Het nierbuisje (tubulus) bestaat uit bochtige, lange buisjes. De lange dunne buis aan de onderkant van het nierbuisje heet de Lis van Henle. De Lis van Henle geeft water en zouten terug aan het bloed. Dat gebeurt in het hele nierbuisje, maar in de Lis van Henle wordt de voorurine extra geconcentreerd.

Water en andere stoffen komen in het nierbuisje terecht. Dit is de voorurine. Sommige stoffen in de voorurine moeten in het lichaam blijven. Zoals glucose, aminozuren, en een deel van het water en de zouten. Die stoffen verplaatsen zich daarom terug naar het bloed. Ze gaan door de wand van het nierbuisje naar de kleine bloedvaten die rond het nierbuisje lopen. Dit heet resorptie.

voorurine en urine

Wat er van de voorurine overblijft, stroomt verder door het nierbuisje. Meerdere nierbuisjes komen uit in een nierkelkje (calix renalis). Ook hieruit kan de nier nog water terug opnemen in het bloed.

De voorurine in de nierkelkjes stroomt naar het nierbekken (pyelum). Vanaf daar heet het urine.

Urine wordt verzameld in het nierbekken. Het nierbekken is de meest centrale plek in de nier. Hier verlaat de urine de nier en druppelt via de urineleider naar de blaas. De blaas is een grotere opslag van urine. De urine plas je uiteindelijk uit.

Nieren zorgen voor de juiste hoeveelheid water en zouten

Het lichaam heeft water en zout nodig. Het moet precies de goede hoeveelheid zijn. Dan werkt het lichaam het beste. De nieren zorgen ervoor dat er precies genoeg water en zouten in het bloed zitten.

De nieren doen dat niet alleen. Ze werken samen met andere organen. Zo maken de hersenen het hormoon ADH (anti-diuretisch hormoon). ADH geeft de nieren een seintje als ze minder vocht vast moeten houden (en dus vocht uit moeten plassen). Het is een op elkaar afgestemd regelsysteem.

Als je bijvoorbeeld te weinig drinkt, heb je weinig vocht in je lichaam. Dan krijg je dorst. Drink je niet iets? Dan zorgen je nieren ervoor dat je minder vocht kwijtraakt: je plast minder. Als je veel zout eet, zit er in je bloed veel deeltjes natrium. Daar krijg je ook dorst van.

Bij nierschade lukt het niet goed meer om water en zouten uit het lichaam te verwijderen. Dan kun je last krijgen van hoge bloeddruk, vermoeidheid, ophoping van vocht (oedeem) en kortademigheid.

wat zijn zouten?

  • Als we het hebben over zout, gaat het vaak over keukenzout.
  • Keukenzout bestaat uit natrium en chloride. De scheikundige naam voor keukenzout is natriumchloride.
  • Er zijn nog meer zouten, zoals kalium, fosfor, calcium en magnesium. Het lichaam heeft er elke dag een bepaalde hoeveelheid van nodig.
  • De termen zouten en mineralen worden vaak door elkaar gebruikt. Chemisch gezien zijn de zouten die hierboven zijn genoemd ook allemaal mineralen. Zodra ze in voeding voorkomen heten ze vaak zouten.

Nieren regelen je bloeddruk

De nieren regelen ook je bloeddruk. Ze passen de bloeddruk aan met de hoeveelheid vocht en zout in je lichaam. De nieren maken ook het hormoon (signaalstof) renine. Dit hormoon kan zorgen voor een hoge bloeddruk. Daarom kun je een hoge bloeddruk krijgen als je nieren niet goed werken. 

Je kunt ook juist (meer) nierschade krijgen door een hoge bloeddruk. Het is dus belangrijk om een hoge bloeddruk te behandelen. Dit kan met medicijnen tegen een hoge bloeddruk. Ook een gezonde leefstijl en minder zout eten kan helpen de bloeddruk te verlagen.

Nieren zorgen voor sterke botten

Voor sterke botten heb je vitamine D nodig. Nieren zetten vitamine D om in een actieve vorm. Dat werkt als volgt:

  • vitamine D krijg je binnen via eten en de huid
  • vitamine D werkt dan nog niet in het lichaam (inactief)
  • de lever verandert de inactieve vorm eerst
  • daarna veranderen de nieren de inactieve vorm in actief vitamine D

Actief vitamine D werkt als een hormoon (signaalstof). Het zorgt ervoor dat de darmen calcium en fosfaat uit voeding halen. Calcium en fosfaat zijn nodig voor sterke botten. Zo dragen de nieren bij aan sterke botten.

Als je nieren niet goed werken, kunnen ze vitamine D niet meer actief maken. Je krijgt dan een tekort aan vitamine D. Daardoor heb je minder calcium in je lichaam. Het lichaam heeft dan moeite je botten sterk te houden. Je kunt medicijnen krijgen om de botten stevig te houden.

Nieren zorgen voor de juiste zuurgraad van het bloed

In je bloed zit een combinatie van zure en basische stoffen. Basisch is het tegenovergestelde van zuur. De zuurgraad wordt gemeten als pH-waarde. De pH-waarde moet tussen de 7,35 en 7,45 liggen. Dan werkt je lichaam het beste.

Nieren kunnen zure en basische stoffen uit het bloed halen. Zo kunnen ze de pH-waarde aanpassen. Bij ernstige nierschade kunnen je nieren zure stoffen minder goed uit je bloed halen. Meestal wordt je bloed dan te zuur. Dat heet acidose. Je kunt medicijnen tegen verzuring krijgen, zoals natriumbicarbonaat.

Nieren zijn belangrijk voor de aanmaak van rode bloedcellen

Nieren maken het hormoon erytropoëtine (EPO). Het hormoon EPO zorgt ervoor dat het beenmerg rode bloedcellen maakt. Rode bloedcellen vervoeren zuurstof. Als de nieren niet goed werken, maken ze minder EPO aan. Daardoor maakt het beenmerg te weinig rode bloedcellen. Je kunt dan bloedarmoede krijgen.

Wat heeft de bijnier te maken met de nier?

Bovenop elke nier ligt een klier: de bijnier. Door de naam lijkt het alsof deze klier onderdeel is van de nier, maar dat is niet zo. De bijnier is een apart orgaan.

De bijnieren maken verschillende hormonen (signaalstoffen). Bijnierhormonen spelen een rol bij verschillende lichaamsprocessen. Zoals de afbraak van voedingsstoffen, de reactie op stress, en de bloeddruk.

Onze deskundigen dragen bij aan betrouwbare informatie.

Jasper Boomker, medisch bioloog

Esther Meijer, internist-nefroloog

Waarom werken we samen met deskundigen?